Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn van Gustaf Kreuz

Belwinkel

De aanleiding was eigenlijk simpel. In het glas van het scherm van mijn tablet zat een flinke barst. En een ster. Het apparaat wilde nog wel aan en uit, met het daartoe behorende knopje. Maar dat was het dan ook. De enige optie was een reparatie laten uitvoeren.

Daarvoor koos ik een belwinkel uit. Meestal passeerde ik dit soort zaken zonder echte opmerkzaamheid. Ik was zeer sporadisch in zo’n winkel geweest. Het overweldigende aanbod aan telefoonhoesjes aan de wand was indrukwekkend. Toch had ik me vaak weer met een teleurstelling de straat op begeven. Mijn telefoons zijn meestal niet van het populaire soort blijkbaar. Na enige navraag kreeg ik dan een doosje van de onderste rij met stof aangeboden. Maar niet het soort hoesje dat bescherming biedt en de uitstraling heeft die je als volwassen man zou willen combineren.

Deze keer had ik mijn tablet in een dergelijke winkel achtergelaten. Ja, hij kon hem wel maken. En nadat we enige keren heen en weer gebeld hadden, bleek mijn tablet al eerder klaar. Maar was het verkeerde glas gemonteerd. 'Niet leuk voor mij’ zei de belwinkelman met een buitenlands accent. Hij moest de reparatie opnieuw laten doen uit eigen zak, vertelde hij. We spraken na zijn vakantie weer af. Dat was een goede anderhalve week later.

Toen ik de winkel binnenkwam en in vrij afstandelijke bewoordingen vroeg naar de status van de reparatie, reageerde de man rustig. Hij zat met een mini schroevendraaier in een opengemaakte smartphone te rommelen. Er kwam een rust van hem af en ik besloot maar op de kruk voor zijn balie te gaan zitten. Onverstoorbaar ging hij verder met zijn gefriemel. 'Was het leuk op vakantie?’ vroeg hij. Ik was totaal verrast, want ik was niet weggeweest. Terwijl ik uitlegde dat ik gewoon thuis was geweest, haalde hij mijn tablet te voorschijn. 'Kijk maar even of hij werkt.’
Op het scherm verscheen de foto van het huis waar ik woonde in Frankrijk met de omringende bergen. Hij zag het en vroeg 'Ben je daar geweest?’ Ik legde uit dat ik daar voorheen gewoond had. Maar nu niet meer.
'Wil je thee?’ Ondanks de mislopende communicatie, hing er toch een soort gemoedelijkheid tussen ons in. Ik ging op zijn aanbod in en nestelde me nu goed op zijn kruk. Ondertussen rommelden we allebei een beetje verder. Hij bleef geïnteresseerd in mijn avontuur in Frankrijk en vroeg me het hemd van het lijf. Ik liet hem begaan en draaide het gesprek daarna om.
'Uit welk land komt uzelf?’ vroeg ik rustig.
'Afghanistan’, zei hij.
Voordat ik verder kon vragen kwam er een klant binnen. De klant gaf de eigenaar een hand en daarna mij. Vervolgens begonnen de twee in een voor mij onverstaanbare taal tegen elkaar te praten. Het moest Afghaans zijn. Na een paar keer heen en weer brabbelen, liet de smartphone-reparateur mij een briefje zien. 'Schrijf je dat zo?’ vroeg hij
Ik las ‘Swarte Markt, Beverwijk’. Omdat het hier een band betrof die we aan het opbouwen waren en ik niet als een zeurende Hollander over wilde komen, knikte ik. Als deze klant op het station in Beverwijk naar de 'Swarte Markt’ zou vragen, kwam hij er wel.

'Nog thee?’ vroeg hij, even opkijkend van zijn operatie van de smartphone.
'Graag’ zei ik.
Hij stond op en begon te vertellen over zijn thuisland. Hij kon de situatie ook niet helemaal in het Nederlands onder woorden brengen. Hij had wel van achtergebleven familie begrepen, dat de Verenigde Staten en Groot-Brittannië er een potje van maakten.
'Maar,’ zei hij terwijl hij thee inschonk, 'ik schrijf gedichten. Als een tegengeluid voor wat er gebeurt. Die plaats ik in het Afghaans op mijn Afghaanse Facebook site.’
'Wat een goed verzet’ zei ik.
'Ik kan ze niet vertalen in het Nederlands. Dan is het gevoel weg uit het gedicht.’
'Ik snap wat je bedoelt’ zei ik. 'Ik schrijf zelf ook.'

Hij glimlachte naar me. Ik had hem eerder mijn echte beroep al verteld.
'Ah. Dus hetzelfde als ik. Ik ben nou eenmaal handig met telefoons. Maar het staat verder van me af dan het schrijven.’
Ik beaamde wat hij zei.
'Bedankt voor de reparatie van mijn tablet.’
'Graag gedaan’ zei hij. 'En bedankt dat je me gezelschap hebt gehouden.’
'Geen dank. Ik kom nog een keer thee met je drinken.’
'Ow..’ zei hij. 'Wil je de site opschrijven waarvoor je schrijft. Dan heb ik in het weekend wat te doen.‘
Ik schreef deze site op, schudde hem de hand en verliet de belwinkel.

Schrijver: Gustaf Kreuz, 2 oktober 2016


Geplaatst in de categorie: werk

3.4 met 5 stemmen 1.801



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Ton Hettema
Datum:
3 oktober 2016
Prachtig medemenselijk verhaal
Effectief beschreven ont-moeting
Goed voor de wereldziel

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)