Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Heiligerlee 1568

In 1568 werd Aremberg tijdens de tweede slag bij Heiligerlee verslagen door twee Nassau’s. Dit heugelijke feit vieren we sinds de 19e eeuw, want toen hadden we net een nieuw koningshuis en was het nodig dat dit koningshuis een nationale geschiedenis kreeg. De nationale geschiedenis was de tachtigjarige oorlog waarin regenten de Spanjolen versloegen. Kon Oranje worden gekoppeld aan de tachtigjarige oorlog?

Nu hadden we al Willem van Oranje, vader des vaderlands. We hadden Maurits (die de regenten versloeg) en nog meer oorlogshelden, maar was er nog meer? Jawel! We hadden de tweede slag bij Heiligerlee en daar konden we nu de Tachtigjarige oorlog laten beginnen.

Maar is dat juist? Begonnen de schermutselingen in Heiligerlee? Eigenlijk was twee jaar daarvoor de tachtigjarige oorlog al met een smeekbede begonnen, of met de beeldenstorm en twee veldslagen – één in het huidige België en één in het huidige Duitsland. Beide door de Spanjaarden gewonnen.

Het was ook geen strijd tussen het Spaanse en Nederlandse volk onder leiding van een Spaanse en Nederlandse vorst, welnee. Het was een strijd tegen de regering en morrende adel, provinciale en stadsbesturen en handelaars tegen het afnemen van privileges en tegen belasting. En, oh ja, ook voor geloofsvrijheid. Zo begon de strijd in 1566 en de Oranjes sloten zich erbij aan. En het was geen onafhankelijkheidsstrijd. De Spaanse koning werd nog altijd geëerd.

Dat hield pas op met de Plackaat van Verlatinghe uit 1581 of, als u het iets eerder wilt, bij de Hollandse Statenvergadering in Dordrecht van 1572, waar een aantal Hollandse steden het gezag van de Spaanse koning afzwoer. De Oranjes waren niet bij de eerste twee verloren veldslagen, niet bij de beeldenstorm, niet bij de vergadering in Dordrecht en tekenden niet het Plackaat. Dat waren Brabant, Gelre, Vlaanderen, Holland, Zeeland, Friesland, Mechelen en Utrecht. De Oranjes waren als stadhouders belangrijk, geen leidende figuren, maar legerleiders en ze brachten geld in. Niet voldoende geld. De steden moesten flink betalen.

Dus toen de familie eeuwen later in de 19e eeuw met Willen I een koning kreeg, moest er ook een heldhaftige Oranje geschiedenis komen en blijkbaar was Willem de Zwijger niet genoeg – er moest een familielid vechtend sneuvelen bij de eerste gewonnen veldslag. Adolf van Nassau had de eer.

Tussen haakjes. Er vochten geen Nederlanders aan de Nederlandse zijde. Alleen Duitse huursoldaten en een enkele geronselde Groninger. En ze vochten niet tegen de Spanjaard, maar tegen de graaf Aremberg, de stadhouder van Groningen. En de overwinning leverde ook niet veel op. Aremberg sneuvelde en zijn wapens konden worden gebruikt voor een hernieuwd beleg van Groningen, maar toen de Spaanse hertog Alva kwam om Groningen te ontzetten, moest het legertje halsoverkop vluchten en werd het in Duitsland alsnog in de pan gehakt.

Einde succes. Maar daar hebben we het in de 19e eeuw maar niet over. In de 19e eeuw zetten we er een mooi standbeeld neer en in 2018 spelen we de veldslag na met kanonnen en Tsjechen die Europa rondreizen om dit soort veldslagen na te spelen.

Huurspeelsoldaten.

Schrijver: Jan R. Lønsing, 31 mei 2018


Geplaatst in de categorie: geschiedenis

3.5 met 2 stemmen 91



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)