Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Boekenweek “De moeder de vrouw”

Vandaag een fel stukje; ik waarschuw maar alvast. Het is niet mijn schuld, het komt door die titel. Die is ongrammaticaal, twee zelfstandige naamwoorden achter elkaar zonder komma, werkwoord of verbindingswoord. Het kan niet anders of zo’n titel lokt extremen uit: Het voert ofwel tot een kunstwerk, ofwel tot kabaal. Het sonnet “De moeder de vrouw” van Martinus Nijhoff komt via tegenstelling uit bij verzoening. Dezelfde titel als drager van het thema van de Boekenweek 2019 daarentegen, brengt stront aan het boekenfront.

In zijn sonnet bedient Nijhoff, een man, zich van tijdgebonden verschijningsvormen om vervolgens alle vorm en tijd te ontstijgen. Na het lezen van het sonnet is het voor de lezer volslagen irrelevant of de auteur een man of een vrouw is, de schipper borsten dan wel een piemel heeft, het lied een psalm of een volksliedje is, of dat het water in de Waal misschien wel stroomopwaarts stroomt. Want waar het om gaat in dit gedicht is de glorieuze, transcendente beleving van een in oorsprong volkomen aards moment: een kopje thee aan de oever van de Waal.

Een kleine 300 schrijvers en dichters hebben deze week met een openbare brief in de krant geklaagd bij de het CPNB, de organisator van de Boekenweek, die Jan Siebelink en Murat Isik heeft uitgenodigd voor het schrijven van het geschenk resp. het essay. De brief bevat twee bezwaren: 1) de enge opvatting van de vrouw als moeder, en 2) de voortdurende ondervertegenwoordiging van vrouwen in de auteurs-keuze. Daarnaast doen de schrijvers het CPNB twee suggesties aan de hand om aan hun grieven tegemoet te komen: 1) een extra bundel met moeder- en moederschapsstukjes van m/v auteurs, en 2) twee essays door v/m over Vasalis’ gedicht “Moeder”.

Wat een beperkende, ééndimensionale opvatting van titel en thema! En hoe triest dat twee gewaardeerde gedichten uit onze literaire traditie er met de haren bij geslingerd worden, bij deze non-strijd op de vierkante millimeter van het vormvaste denken. Het protest geeft blijk van onderwerping aan de kortstondige, door de media gehypete framing van de zogenaamde miskenning en onderdrukking van de stem van de vrouw in de literatuur. Wat een quatsch. Ik zeg niet dat er op het evenwicht in waardering niets valt af te dingen, maar de claim dat de stem van de vrouw onvoldoende wordt gehoord, is een schot over de tribune.

De brief is een uiting van het onvermogen om de transformerende kracht van de ware schrijfkunst te erkennen en te koesteren, nl. het bieden van een nieuw perspectief dat lezers boven hun vorm- en tijdgebonden context uit tilt. Dat is wat het oorspronkelijke sonnet doet. En geloof me, de schrijfkunst van de hedendaagse mens is daar nog steeds toe in staat, of die mens nu een man of een vrouw is.

De 300 gedupeerden lijden zelf, ben ik bang, aan het gebrek dat ze het CPNB verwijten: krampachtig vasthouden aan een bekend, populair patroon. Ik kan niet anders dan tot de conclusie komen dat de boog van Nijhoff’s overbrugging bij Bommel voor de ondertekenaars te hoog is gespannen. Het is nu aan Jan en Isik om ons, lezers, de perspectieven voor te spiegelen die geboren worden uit de synthese van ogenschijnlijke tegenstellingen van het huidig tijdsbestek. De briefschrijvers hebben zich inmiddels met hun handtekening voor die taak gediskwalificeerd.

Schrijver: Hanneke van Almelo, 20 juni 2018


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 1 stemmen 1.990



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)