Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

EEN HEUGELIJK FEIT

Het liep tegen elven toen ik ‘s avonds thuiskwam en het was een warme dag geweest. Ik maakte snel wat crackers met smeerkaas en hoewel de smeerkaas uit de koelkast kwam, vloeide hij al gauw van de crackers over het houten bord. Kliederig en plakkerig dus, maar dat was het de hele dag al geweest. Drukkend benauwd en geen zon.
Opgewekt was ik ‘s middags om 16.20 richting metro gegaan. Een roodwit lint schermde de poortjes echter af voor het publiek. Een grote, stoere, vriendelijke agent deelde ons mee dat er brand was uitgebroken in de tunnelbuis tussen Spijkenisse en Hoogvliet. We werden verzocht per bus naar het centrum te gaan om met pendelbussen naar Hoogvliet worden vervoerd. Vanaf daar reed ‘hij’ weer volgens de aardige agent. Ik raakte even in paniek, te laat komen als begeleider bij tentamens kun je gewoon niet maken en daar word je behoorlijk gestrest van. Binnen twee minuten vertrokken we. De agent en zijn vrouwelijke collega bleven ontspannen rust uitstralen. Ik nam er maar een voorbeeld aan, dit in tegenstelling tot vele andere passagiers, onder wie ook studenten.
In het centrum fietste de politie rustig rond en hield de gestrande reizigers op de hoogte. Het was er benauwd en klam. Ik was niet de enige met natte nekharen zag ik. Sommige mensen vroegen zich wanhopig af hoe ze thuis moesten komen. Natuurlijk was ik net nu weer mijn mobieltje vergeten. Het stond zich thuis op te laden. Een aardige, wat sjofele dame bood me het hare aan.
Ik belde naar huis en vroeg mijn partner mijn werkgever in te lichten. Vermoedelijk zou ik de aanvang van mijn avonddienst missen. Het duurde enige tijd voor hij begreep waar hij het telefoonnummer kon vinden.
‘Hé, niet te lang hè, ik heb maar pre-paid.’
Ik bood haar mijn excuses en een euro aan, maar dat laatste ging haar toch te ver.
De vrouw had ook achter me in de bus gezeten en me in de hooguit vijf minuten durende rit van haar hele hebben en houden op de hoogte gebracht: scheiding, autistische zoon, een zoontje in de hemel- het had maar tien minuten geleefd zonder hersentjes -, de opleiding van haar tweede, de voor hem weggelegde toekomst achter de computer, haar financiële situatie en het twintig jaar tobben om zwanger te raken. In het centrum liep ze rondjes met haar hondje en negeerde me verder en op een gegeven moment verloor ik haar uit het oog.
Drie jongens trapten een balletje en kozen daar nu niet echt de juiste omgeving voor uit vond ik. De bal vloog keihard de kiosk van de Turkse bakker in en het viel me op dat niemand reageerde, zelfs de verkoopster niet. Iedereen was druk aan het sms’en en bellen. Ik was de enige die het drietal ‘vuil’ aankeek. De bal schoot ook nog eens rakelings langs het hoofd van een vrouw in een scootmobiel. Mijn blik werd er niet vriendelijker op. Ik moest mijn lippen stijf op elkaar klemmen om de woorden ‘dit is toch geen plaats om…’ binnen te houden. Ze zwichtten uiteindelijk voor mijn priemende ogen en de boze trek om mijn mond en hielden het verder voor gezien. Iedereen doet tegenwoordig maar waar hij zin in heeft dacht ik chagrijnig.
Na een uur wachten, het liep al tegen half zes, waren de beloofde pendelbussen nog steeds niet gearriveerd. Op een na dan die volgepropt wegreed. Een jonge, zwangere vrouw gaf te kennen dat ze er niet in durfde, want stel dat haar buik platgedrukt werd of dat ze er een por in kreeg. De bus was maar nauwelijks uit het zich verdwenen of de poortjes gingen open. Ik slaakte een zucht van verlichting. De schade zou meevallen. Ik zou maar een uur te laat komen.
Het was wel angstig door de tunnelbuis te racen, volgens mij vond de bestuurder dat ook, want we gingen extra hard en ik haalde pas weer opgelucht adem, toen we weer aan de andere oever van de Maas opdoken. Ooit had ik in een ode aan de rivier deze Mijn Maas, ma Meuse genoemd.

MIJN MAAS, MA MEUSE 5 mei 1996

Ik sla een brug naar het verleden
Speel weer tussen je oeverriet
Loop op een landtong bij Hoogvliet
Waar menig monster moet bestreden

't Is zomer en in groepsverband
Naar Spijkenisse om te zwemmen
Hoor je hartgrondig getverdemme
De brug op rood, dag overkant

En tot mezelf weer in het heden
Terwijl ik door een tunnelbuis
Wat bang over je bodem suis

Ma Meuse, Maas, is daar de bede
Van een bijzonder bange muis
Breng me ma Meuse veilig thuis

Gelukkig bevonden er zich geen treintoestellen in de tunnel op het moment dat het brandalarm afging. Ik wilde er niet bij stilstaan welke doemscenario’s zich dan zouden hebben afgespeeld. Het was bij mijn weten de eerste keer dat een verhitte rails, wat betreft deze tunnel dan, de boosdoener was van alle ellende. Sinds de Rotterdamse metro naar Spijkenisse begon te rijden en dat was in 1985, hadden zich voor zover mij bekend, geen calamiteiten als deze voorgedaan. Toch goed om eens stil te staan bij dat heuglijke feit.


Zie ook: http://blogge.be/annekehaasnoot

Schrijver: Anneke Haasnoot, 24 juni 2013


Geplaatst in de categorie: actualiteit

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 103



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)