Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Aan het einde van de tunnel . . .

Soms voelt een belevenis als een echo uit het verleden of ze komt je op zijn minst bekend voor. Denkend aan mijn verhaal nr.2625, “Koud vuur”, dat ik op 20 november 2007 inzond, herinnert deze hartenkreet bijna exact zeven jaar later aan mijn bijna vergelijkbare gevoelens van toen. Deze keer echter ben ik voor een keer het lijdend voorwerp, mede door het feit dat ik een medisch traject in het ziekenhuis moet doorlopen. Daarbij hoort o.a. het ondergaan van een MRI-scan van het hoofd, en omdat ik in 2011 al eenzelfde behandeling heb ondergaan (CT-scan van het hoofd), denk ik: fluitje van een cent, want binnen enkele minuten sta je weer buiten. Dat er een essentieel verschil is tussen beide scans in de toegepaste technieken, daarvan ben ik me niet bewust terwijl ik, half ontkleed de behandelruimte betreed.

Ik vind het al vreemd, dat er geen enkel metaal aan of in je lichaam mag zitten en mij wordt verteld dat ik, liggend op een soort slede, in een nogal nauwe tunnel zal worden geschoven en me gedurende twintig minuten tussen een sterk magnetisch veld zal bevinden. Mijn ogen onderzoeken razend snel de ingang van de tunnelbuis, die binnenin op een links en rechts met lampen verlichte landingsbaan van een vliegveld lijkt. Mijn rust en gelatenheid slaan plotseling om in een lichte paniek: ik ben claustrofobisch. Hoe kleiner en nauwer de ruimte de te erger de benauwdheid. Ik leg het aan de medicus uit en hij zegt, dat ik via een druk op een signaalknop het scanproces kan afbreken zodra ik het niet meer kan uithouden. Wel is het dan zo, zegt hij met nadruk, dat men dan toch weer de hele procedure opnieuw zal moeten opstarten.

“Kom op zeg, wees een vent” spreek ik mij vermanend toe en ik laat me op de slede fixeren. Dat houdt o.a. in, dat het hoofd in een soort voorgevormde uitholling komt te liggen, de zijkanten met hulpstukken worden opgevuld en er een soort kap over het gelaat wordt bevestigd. Daardoor kan ik mijn hoofd geen millimeter meer bewegen en aangezien er ook nog een soort beugel op mijn kin drukt, kan ik mijn mond niet meer openen. Waarvoor de koptelefoon dient, die mij voordien al is opgezet, zal ik snel ervaren. “Ogen gesloten houden, stil blijven liggen– slikken mag” wordt mij toegeroepen. “Volhouden, het is zo gebeurd”. Na een kort zacht inleidend ‘oehwhoeii – oehwhoeii – oehwhoeii' breekt er een kakofonie los en heb ik het idee omringd te zijn door tientallen honderden Watts geluid producerende discospeakers.

Om een niet in te schatten aantal minuten veranderen de geluiden, lijken delen van mijn buikwand mee te trillen maar stijgt ook de productie van mijn transpiratie. Omdat ik licht verkouden ben loopt het neusvocht in mijn keel. Het speeksel houd ik zo lang mogelijk in mijn mond. Het slikken wordt bemoeilijkt door de gefixeerde onderkaak en het duurt niet lang dat ik niet meer in kan schatten hoe lang ik nog moet volhouden. Uiteindelijk ben ik zo murw dat ik nog net besef, dat ik zal stikken. Op het moment, dat ik de signaalknop wil indrukken stopt alle herrie vanzelf en voel ik, dat de slede richting mijn voeten wordt getrokken. “Voortreffelijk gedaan, meneer, ondanks Uw claustrofobie” zegt een stem, terwijl ik mijn ogen tracht te openen en de kap en koptelefoon worden verwijderd. “U mag opstaan, komt U maar langzaam omhoog”.

Tot mijn verbijstering lukt het me aanvankelijk niet eens om mijn hoofd enigszins op te tillen. Terwijl de medicus, mij ondersteunend, helpt om in zittende houding te komen, blijkt dat nagenoeg alle spieren verkrampt zijn. De kamer begint plotseling om me heen te draaien maar stopt gelukkig even snel weer. Even later sta ik, nog wat wankel, weer op mijn voeten. De helse machine met de nauwe verlichte tunnel staat er stil en statig bij. De lichten van de “landingsbaan” zijn nog aan, wachtend op de startprocedure voor de volgende patiënt. Alvorens ik de kamer verlaat werp ik nog snel een laatste blik in de holte en constateer, symbolisch bedoeld, tevreden dat er aan het einde van die tunnel geen licht brandt. Dit komt geheel overeen met de zeer gunstige uitslag van de scan. Met veel vertrouwen wacht ik nu het evaluatiegesprek af.

Schrijver: Günter Schulz, 25 november 2014


Geplaatst in de categorie: welzijn

4.7 met 7 stemmen 1.895



Er zijn 5 reacties op deze inzending:

Naam:
J.de Groot
Datum:
20 december 2014
Nee het zijn geen leuke dingen Günter,
maar weet je, je raakt er ook aan gewend, op jouw leeftijd dit voor de eerste keer meemaken heeft 2 kanten, het is niet leuk maar het is dan ook de eerste keer, dat kan ook niet iedereen zeggen, als je begrijpt wat ik bedoel....
Nu lekker genieten van het verdere leven nog!
Naam:
mohair
Datum:
28 november 2014
Wat een angstaanjagend (goed!)geschreven verslag. ik krijg het er benauwd van (heb ook last van in een te kleine ruimte zijn...gek genoeg pas sinds een jaar of zeven).
Fijn dat je vermeldt dat de uitslag gunstig is.
Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
26 november 2014
Email:
gabrielamommersyahoo.com
Ziekenhuizen, geen mens die er graag heen gaat, en toch ben je blij dat ze er zijn als het nodig is. Een helse ervaring, zo'n onderzoek. Maar ik ben vooral blij dat de uitslag gunstig was. Want ik wil wel nog heel veel van je lezen hier!
Naam:
Len Cornelis
Datum:
26 november 2014
Zeer herkenbaar beschreven. Goed dat ook dit soort onderwerpen eens langs komen, Gunter. Mooie bijdrage weer.
Naam:
Fred
Datum:
26 november 2014
Mooie metafoor, maar ik verkies de bocht...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)