Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Doensdag

Toen ik die morgen te voet naar mijn werk ging, merkte ik meteen dat het anders was. De straten lagen er onwerkelijk stil bij. Normaal zou het, zoals altijd, superdruk moeten zijn op het spitsuur, maar nee, alleen geparkeerde auto’s.
De verkeerslichten werkten wel. Toevallig had ik groen toen ik aan het kruispunt kwam.
De vogels kwetterden en een licht briesje deed de enkele bomen waaronder ik liep zachtjes ruisen.
Plots hoorde ik een zwaar gebrom. Mijn eerste gedachte was een truck maar nee, een zwarte kever kwam luid aangevlogen en bromde traag langs mijn neus voorbij. Ik begon het allemaal een beetje vreemd te vinden.
Even later kwam de kever weer terug en passeerde weer mijn neus. In het voorbijvliegen keek hij naar me en groette me met een opstekend pootje. Hola, wacht eens even… Ik bleef staan. Er klopte iets niet. Het was een doodgewone, doordeweekse dinsdag. Geen auto’s, groetende kevers…

Ik werd uit mijn gepeins opgeschrikt door het geluid van een marcherende horde. Onderzoekend keek ik rond. Niets. Toen keek ik naar de grond: een troep mieren kwam recht op me af gestapt. Ze splitsten zich in twee rijen en marcheerden om me heen. Dit was te gek.
Ik riep: “halt!”
Verschrikt drukte ik mijn handen tegen mijn oren. Mijn stem klonk loeihard. Stilletjes probeerde ik weer: “hallo…ik ben M., het is dinsdag, er is geen volk op straat. Wat is er aan de hand?”
Iets trok me aan mijn broekspijp. Een wezel probeerde verwoed mijn aandacht te trekken: “Sst kwezel! Het is doensdag en jij bent het raarste anachronisme dat ik ooit heb gezien.”
“Anachronisme,” echode ik verbaasd, “het is dinsdag, vijf voor acht. Ik ben hier en jij hoort niet te spreken!”. Ik zweeg abrupt. Hé, een sprekende wezel.
“Welnee, alle wezels nog aan toe, jij bent hier niet op de juiste plaats en tijd. Jij hoort twee etages hoger te staan. Hoe ben je in onze Heropas verzeild geraakt?”
“Huh?” was het enige waar ik op kon komen.
“Welja, je hoort op je werk te zijn op dinsdag en niet in de micropool op doensdag!”
Ik kon alleen maar herhalen wat ik eerder zei: “Huh?”
“Hela, hoe kom jij hier?!” De wezel verloor zijn geduld.
“Wel, gewoon”, begon ik ongemakkelijk, “ik stond op, waste me, sloot de deur en ging naar mijn werk.”
“Oh nee, buk je eens.” De wezel had blijkbaar een ongerijmdheid op mijn voorgevel opgemerkt, “je hebt een muggenbeet op je neuswortel!” riep hij kwaad.
Inderdaad, ik voelde een puist tussen mijn ogen.
“Je hypofyse is ontregeld”, zei de wezel wijs.
“M’n wàt?”
“Je pijnappelklier.”
“Pijnappelwàt?”
“Je knienavel, snul”, snauwde de wezel, die de moeite opgaf zijn ongeduld te verbergen, “laat maar. Buk je nog eens.”
Ik bukte me en hij beet me zonder omhaal in mijn neus. “Auw!!”
De wezel trok een vies gezicht (in hoeverre je dat uit een wezelsnoet kunt opmaken natuurlijk): “Wat heb je gisteren gedronken?”
“Martini.”
“Veel zeker?”
“Vier glazen.”
“Van een halve liter zeker?”
Onze geanimeerde conversatie werd verstoord door een aanzwellend gezoem. Een mug met duidelijke oriëntatieproblemen kwam op ons afgewag…gevlogen.
“Moustiek! Heb jij dat gedaan?” vroeg de wezel verongelijkt, “ga je roes maar uitslapen voor je nog meer ongelukken doet. En jij, hup naar huis!”
“Maar…” pruttelde ik tegen.
“Niks te maren, kom, vort, kss!”
Met de wezel op m’n hielen liep ik naar huis en viel op de sofa in slaap.
Ik werd wakker om zeven uur met een zware kop en een pijnlijke neus. Wat een rare droom…
Ik waste me en bekeek mezelf in de spiegel. Ja, een muggenbeet had me waarschijnlijk die droom bezorgd…
Maar wat waren die twee kleine sneetjes aan weerszijden ervan…?

Schrijver: Marc Kerkhofs, 18 januari 2006


Geplaatst in de categorie: drank

2.5 met 8 stemmen 1.098



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)