Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ik denk dus... deel 1

Wat mij hevig verontrust is het feit dat onze maatschappij langzaamaan steeds onpersoonlijker en grimmiger wordt. De naoorlogse generatie is groot en er zullen niet genoeg mensen in de gezondheidssector werkzaam zijn. Wanneer deze enorme groep over een jaar of dertig aanspraak zal maken op deze gezondheidszorg zal er niet voldoende verplegend personeel zijn. Thuiszorg zal worden afgeschaft. Kinderen zullen geen tijd hebben om voor de ouderen te zorgen; en de overheid zal genoodzaakt zijn de ziekenhuizen volledig te automatiseren om de grote stroom bejaarde zieken te kunnen helpen. Dit schrikbeeld ligt ten grondslag aan het volgende verhaal. Door mijn werk op een Spoedeisende hulp afdeling in een ziekenhuis, zie ik hoe groot de nood is onder ouderen. De plaatsing van bejaarden in verzorgingshuizen en verpleeghuizen is nu al een probleem. Men wil het liefst alleen vitale levenslustige bejaarden. Men vergeet alleen dat, door de verbeterde gezondheidszorg en betere voeding, de volgende generatie nog ouder zal worden dan de huidige. En dat de volgende groep bejaarden nog groter zal zijn.

Ik denk dus

Jesse voelde zich oud, versleten en moe. Dagenlang zag hij op tegen het feit dat hij nu echt de medische hulp moest inroepen; hij was te ziek. De denaturatisatiefase was begonnen. Heel langzaam viel zijn moleculaire structuur uiteen. Wanneer hij langer zou wachten zou de alarmfase ingaan en zou hij door de gezondheidseenheid van zijn bed worden gelicht. Hij kon zich beter zelf melden. Hij sloot zijn woondek af en stapte in een spacegondel, gaf met zijn laatste beetje kracht de opdracht hem naar het gezondheidscentrum te brengen. Binnen enkele minuten doemde het enorme gebouw op. In een grote hal werd hij opgevangen door enkele robots. Zijn gondel werd direct afgevoerd naar de decontaminatieruimte om te worden ontsmet. Jesse werd door een vriendelijk ogende robot ontkleed en in een speciale capsule gelegd. Het transport begon. Een stem vertelde dat hij zijn hand in de daarvoor bestemde opening moest houden. Een computer verzamelde gegevens. Een stemmetje somde alles keurig op.

Bloeddruk, temperatuur, saturatie, Jesse liet alles gelaten gaan. Hij sloot zijn ogen en wilde dat hij nog thuis was.
De stem gelaste hem zijn ogen open te houden, de iriscopie zou nu plaatsvinden. Een dopje kwam los uit het dak van de capsule en Jesse staarde in een klein lichtje. De stem ratelde de bevindingen door aan de computer. Een DNA monster werd genomen, hij liet gewillig toe hoe kleine lepeltjes iets uit zijn neus, van zijn huig en tussen zijn billen schraapten. Een naaldje flitste ergens vandaan en die vond feilloos een ader. Het bloedmonster verdween door een klepje naar een labcomputer. Toen voelde hij weer iets tussen zijn benen, hij zuchtte, natuurlijk een urine monster. Zijn nagels werden onderzocht. De computer analyseerde en converteerde de gegevens; en voordat hij de volgende cel bereikte deelde de stem mee dat hij in aanmerking kwam voor een botscan en een botpunctie. Opnieuw flitste een dunne naald vanuit de wand van de sonde en deze werd direct gevolgd door een dikkere holle naald. Door de holle naald werd een dunnere geleidt en een scherpe pijn liet Jesse weten dat de botboor zijn werk had gedaan.
Een tel later was het onderzoek ten einde. De deur schoof onhoorbaar opzij om zijn capsule door te laten. Het omhulsel van zijn capsule schoof verder door zodat hij onbeschermd, naakt op een kille tafel lag. De scan roteerde om hem heen. Beeld voor beeld werd door de computer verwerkt. Zijn bed schoof de capsule weer in en vervolgde zijn weg. Hij belandde in een rustruimte. Hier kon Jesse even tot zich zelf komen. De botpunctie had hem pijn gedaan de plek gloeide na alsof men hem met een laserlancet had doorboord. De ruimte vulde zich met een aangename geur. Diverse kleuren licht speelde een hypnotiserend spel op de glanzende wanden van de ruimte. Jesse gleed weg in een sluimer. Na verloop van tijd werd het licht weer helder en verdween de bedwelmende geur en keek hij nieuwsgierig om zich heen. Deze ruimte had meerdere deuren. Dit was het spannendste moment tot nu toe. Hier kreeg je de uitslag van de onderzoeken. Als je niets mankeerde kon je gewoon terug naar huis. Je kreeg kleding en advies. Wanneer je ziek bevonden werd ging je naar volgende fase: de farmacie, je kreeg de middelen die je nodig had. Daarna volgde nog een splitsing. Kwam je in aanmerking voor een operatie dan kreeg je direct anesthesie; zodat je door kon naar de OK eenheid om door een computergestuurde robot te worden geopereerd.

Werd je echter te ziek bevonden dan kreeg je pijnstilling en ging je door naar de sluimer eenheid. Jesse kon wel huilen zo beroerd voelde hij zich. Die botscan zat hem al helemaal niet lekker, stel je voor dat het mis was? Wat moest hij dan doen? Keus had je niet. Een traan rolde over zijn wang. De stem van de computer meldde emotionele instabiliteit en het bovendeel van zijn capsule schoof open. Een verzorgingsrobot keek bezorgd op hem neer.

Wordt vervolgd

Schrijver: Willy Vittali, 24 januari 2006


Geplaatst in de categorie: ziekte

2.7 met 6 stemmen 950



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)