Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Her roer om (slot)

Niet verder modderen



Een link leggen tussen haar humeur en de afwisselende grijze dan weer zwarte lucht, waaruit stortbuien hard kletteren tegen het keukenraam, doet ze niet. Het onweer lijkt een spel met haar te spelen, een bliksemflits weerspiegelt haar gelaat, ze hoort nog ziet het.
Ze draait zich om en loopt naar de kamer. Hetzelfde grauwe beeld ook daar. Ze zucht, kijkt nerveus op haar horloge, alsof ze dringend ergens naar toe moet.
De katten draaien constant mauwend en kopjes gevend om haar heen. Ze kunnen niet naar buiten. ‘Katten houden niet van regen, hè,’ zegt ze zachtjes daarbij voor zich uit kijkend. Plots gaat er een lampje bij haar branden, ze draait zich weer om en loopt terug naar de keuken. De katten lopen met haar mee, nu nog heftiger mauwend, de staart omhoog. Ze is helemaal vergeten dat die twee sinds gisteren geen eten meer hebben gehad. Ze pakt het volle pak met kattenbrokjes en als een stel acrobaten springen de katten via de keukenstoel het aanrecht op.
‘Zo kleine tijgertjes van me, zou ik jullie bijna weer vergeten door de consternatie van de afgelopen dagen.’ Ze doet de brokjes in de bakjes die nog op het aanrecht staan. Het moet niet gekker worden denkt ze, dat ik mijzelf zo nu en dan verwaarloos oké, maar de katten! Snel zet ze er nog een schaaltje water bij. Spinnend beginnen Door en Roosje te eten. ‘Niet zo gulzig dames, er is genoeg.’
De lucht lijkt op te klaren, er schijnt weer wat zon de kamer binnen. Bea kijkt nog eens goed naar de hemel en bedenkt dat ze misschien wel even op de fiets boodschappen kan gaan doen. Ze heeft een en ander nodig en het weekend komt eraan, je weet maar nooit of er bezoek komt.
De telefoon gaat. ‘Met Bea. Hé Arie, lang niets gehoord. Hoe is het met jou?’ Het blijft een tijdje stil in de kamer, dan zegt ze: ' Oké, afgesproken' en zet het toestel uit.
Onrustig begint ze de spullen op te ruimen die de laatste dagen in de kamer zijn blijven slingeren, zoals de jas die aan de kapstok hoort te hangen, schoenen die in de gangkast horen te staan, de administratie die op het bureau hoort te liggen en niet op de trap, het wijnglas waarin het laatste restje is gekoekt, de flessen, wat een bende! Ze begint te neuriën en met het opklaren van haar stemming klaart ook de hemel op. Als ze klaar is gaat ze naar boven om te douchen.
Om vier uur gaat ze Arie ontmoeten, een vriendje van vroeger. Een verzetje kan ze goed gebruiken nu haar relatie met Erik definitief voorbij is. Erik van wie ze zoveel had verwacht, maar die teveel bij zijn ex bleef steken. Daar was zij van meet af aan, zo’n klein jaar geleden, al niet erg blij mee geweest. Haar gesprekken daarover met Erik hebben geen zoden aan de dijk gezet en nu was het afgelopen. Fini. Helemaal gelukkig was ze er niet mee, maar om tot in lengte van jaren een knipperlicht relatie te hebben daar had ze geen zin in. ‘Sudderlapjes haal ik wel bij de slager,’ had ze monter gezegd.
En nu was daar het onverwachte, maar o zo welkome belletje van Arie. Het kan raar lopen maar wie niet waagt, blijft alleen en daar heeft ze geen zin in.
In haar sportiefste outfit gaat ze zo boodschappen doen. En dan, als ze terug is en alles heeft opgeborgen zal ze naar het centrum van de stad rijden, waar op het terras van Talamini op de grote markt Arie op haar zal zitten wachten. Ze knuffelt - op zoek naar haar portemonnee - de katten die nog op het aanrechtblad zitten. ‘Nou dames, als vrouwtje thuis komt krijgen jullie nog wat lekkers hoor: zalm of zo, hoe lijkt dat?’ De katten kijken haar - hun buikjes vol en hun bekjes schoonlikkend - aan. ‘Dag schatjes, tot straks,' en weg is ze.

Schrijver: Christien Damman, 22 september 2006


Geplaatst in de categorie: liefde

2.9 met 9 stemmen 1.059



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)