Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Charlotte

Charlotte leest voor. Niet uit de bijbel, dat is voor Cornelis, aan tafel, zo wil de traditie. Charlotte leest later, als ze de tafel is afgeruimd, als er koffie is voor de meesten, en voor de enkele gelukkige die niet hoeft te rijden nog een laatste glas.

Het is als altijd een wat kinderlijk verhaal. Een keer heb ik geprobeerd haar met een bundel kerstverhalen van echte schrijvers naar het echte werk te lokken. Het wilde niet. Het verhaal bleek te lang, ze hakkelde en versprak zich, en niemand kon er na verloop van tijd nog een touw aan vastknopen. Dus luisteren we allemaal beleefd naar een verhaaltje dat bedoeld is voor kinderen, en die, tja. Kinderen van nu hè. Die zijn alweer druk met hun eigen ding.

Een computerspelletje, meisjesgefriemel in haren, alleen de kleine zanger hangt ziekjes tegen zijn moeder en lijkt te luisteren. Als altijd sneeuwt het in het verhaal van Charlotte, en moeten de kerkgangers zich dik aankleden om de korte maar koude tocht door het verlaten Scandinavische landschap te maken naar de kerknachtdienst. Er zijn fakkels om de kerkgangers op hun weg te verlichten. In de kerk is het verrassend warm. Overal zijn kaarsen en lichtjes en als ze zingen klinkt het hemels, vredig en mooi. Vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. Dat doet het niet als wij zingen, dat programmaonderdeel hebben we dan ook geschrapt, zelfs traditie kent zijn grenzen.

Wonderlijk zo foutloos als Charlotte kan voorlezen. Als ze vertelt breekt ze haar nek over haar eigen woorden, maakt zinnen nooit af, laat staan dat ze ooit tot het eind van een verhaal komt. Nu ze steeds meer begint te vergeten wordt dat alleen maar erger. Ze heeft altijd een wonderlijke behoefte gehad om alles op te willen slaan, om alles tot in detail weer te willen reconstrueren, hoe lang de rit was, waar het extra druk was, wat er gegeten is en wie erbij waren, hoe duur het was. Eindeloos uitgesponnen verhalen over futiliteiten en oninteressante details, agenda's vol met nitwits. Dat verbazingwekkende geheugen heeft plaats gemaakt voor gatenkaas. Waarbij de gaten gevuld worden met fantasie en onzin. Vaak laten ze haar maar wat begaan, vaker ook zit ze stil en rustig in een hoekje en laat ze alles gelaten over zich heen komen. Vroeger ondenkbaar, Charlotte moest en zou overal bij zijn en zich met van alles tot vervelens toe bemoeien.

Maar bij het voorlezen komt er weer een glimp van die oude Charlotte, haar stem wordt warm en zacht, onwillekeurig suf je weg, de drank speelt ook een rol, en loop je door de Zweedse sneeuw naar de kerstmis, het pas nog zo zieke meisje dik aangekleed aan je hand meenemend. Het is een wonder.

Eens, Woemi had zitten dromen, was met haar paard achterop geraakt totdat het beest zichzelf al galopperend weer bij de groep had gevoegd. Zonder Woemi, die was er ergens afgelazerd en met haar kop tegen een boom gevlogen. Hersenschudding. Lezen ging niet, tv kijken ging niet, spelletjes doen ging niet. Het enige wat ging was luisteren naar Charlotte die las.

Geen meisjes met zwavelstokjes en dat soort gedoe, dat was niks voor Woemi, maar cowboys en indianen. En veel oorlog natuurlijk. Over een jongen die Nederland ontvluchtte, en de hele oorlog met konvooien voer, getorpedeerd werd, op vlot ronddobberde en overleefde om weer.
Dan weer over een jongen die zelf op zo'n onderzeeboot voer, aan de goede kant natuurlijk, met dieptebommen bestookt werd.

Woemi kroop onder haar deken, hoorde het onheilspellende tikken van de sonor, durfde haast niet te ademen, ieder geluid wat ze maakt kon haar noodlottig worden, ze voelde de schokken van de bommen, de pijn in haar hoofd was de pijn van de angst, van het zuurstofgebrek, van het lawaai waarmee de bommen explodeerden, vlakbij haar, de boot wordt geraakt, maakt water, maar: ze overleven. Natuurlijk overleven ze. De goeien overleven altijd. Toch nog steeds een kinderboek. Woemi is echt wel dood.

Daags na kerst zien we elkaar weer. Een broer van de kleine zanger is jarig, een hok vol familie van koude en warme kanten is ons deel. Een uurtje, heb ik mezelf voorgenomen. Tegen zoveel overkill aan kinderen en jeugd is mijn gemoed niet echt bestand. Charlotte zit stil en teruggetrokken in een hoekje, drinkt thee en knoeit met haar taart. van een mooi meisje, zo'n meisje waarvan wij mannen zeggen: 'dat wordt een knap ding', wil ik weten hoe ze heet, en van wie ze er een is. Dat kan ik beter niet doen. Alle jongedames krijgen nu hun namen, een Lorette, een Laurence, de oudste van, een Elsbeth of Elisabeth, een Elise, een van de tweeling en een Julienne. Van allemaal krijg ik ouders aangewezen, leeftijden en scholen te horen. Van allemaal. Een keer vergist ze zich in de moeder, maar gelukkig ziet ze haar fout gelijk. Nee, dat is er een van Tanja, hoe kan ze zo dom zijn.

'Kijk en daar zit Woemi' wijst ze me. Net zulk lang haar, net zo'n rokje, en misschien ook al wat opgemaakt, maar toch onmiskenbaar een jongensmeisje. Twee kleintjes zijn in de ban van haar grootse verhaal vol indianenheldendaden, dadelijk zal ze stoeien met haar neef en armpje drukken. Ja, net Woemi, nee dat is Woemi, ik zie het, Charlotte heeft gelijk. Broos en breekbaar zit de kromgegroeide oude vrouw naast me, en haar ogen zien wat ik zie, dat ze met Woemi aan haar hand door de sneeuw loopt. Ze schrijft haar eigen kinderboek, en samen stappen ze stevig voort, 2009 in, een nieuwe zomer een nieuwe winter in, totdat.

Schrijver: jorrit, 31 december 2008


Geplaatst in de categorie: feest

4.0 met 12 stemmen 977



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)