Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

-nog niets-

,,Judith!’’ Hijgend probeert Veronique haar vriendin in te halen. ,,Donder op!’’ Judith draait zich om en woedend kijkt ze Veronique aan. Als die de woede in haar ogen leest, schrikt ze. ,,Judith, alsjeblieft!’’ ,,Ben je doof? Ga weg!’’ ,,Judith, wat is er dan? Ik heb je niets gedaan, eerlijk niet,’’ fluistert Veronique hees. ,,Ik dacht dat ik je kon vertrouwen,’’ Judith schudt haar hoofd. Ze kijkt Veronique lang aan. Die voelt de tranen in haar ogen prikken. Net als ze denkt dat Judith het wil uitleggen, het goed wil maken, fluistert Judith iets onverstaanbaars, en rent weg.

Verblind door tranen rent Judith steeds verder weg. Ze weet dat Veronique haar achterna rent, maar het kan haar niks schelen.

Verblind door tranen rent Veronique achter Judith aan. Ze snapt er niks van, ze waren vriendinnen, ze... Opeens voelen haar benen als lood. Ze staart in de verte. Als verlamd blijft ze staan. ,,Judith!’’ gilt ze.

Judith rent verder, Veronique’s leven uit. Ze hoort haar gillen, maar rent verbeten verder.

De stilte die volgt op de klap daarvoor is vreselijk. Veronique staat nog steeds op dezelfde plek, kan zich niet meer bewegen. De tranen stromen over haar wangen, terwijl ze staart naar een rode plek op de stoeptegel. Als ze ziet dat er mensen om Judith heen gaan staan, loopt ze er wankelend naar toe. Zwijgend staan de mensen om Judith heen. Ze staren naar Judith, die in een gekke bocht op de stoep ligt. Mompelend staan ze daar maar. Veronique slikt en stapt tussen de mensen door naar Judith. Als ze haar ziet liggen, zakt ze gillend op haar knieën. Ze pakt Judith’s hand, die ijskoud is. De tranen druppelen op het bloed op Judith’s hoofd. Nog steeds gaan de mensen niet weg, ze kijken zwijgend naar Veronique. Ze schudden hun hoofd en mompelen weer. ‘Vrachtauto, kon niet stoppen, botsen, zo over heen geschoven, losse stoeptegel, hoofdwond.’ Nog steeds blijft Veronique zitten. Nog steeds gaat ze niet weg, ze kijkt zwijgen naar Judith. Ze huilt en woorden, die ze op dit moment niet kan begrijpen, spoken door haar hoofd. ‘Ruzie, weg, rennen, klap, weg...’ Nog steeds ligt Judith op de grond. Nog steeds beweegt ze niet, nog steeds blijven haar ogen gesloten en zegt ze geen woord. Veronique bijt op haar lip, dan begint ze met lange uithalen te snikken. Ze schudt Judith aan haar hand. Af en toe fluistert ze tussen de snikken door Judith’s naam. Zachtjes pakt een man dan haar hand. Hij neemt haar voorzichtig mee. De sirenes in de verte dringen niet tot haar door. Als verdoofd stapt ze bij Judith in de ambulance. Ze staart naar de wond op haar hoofd. Ze houdt haar hand vast, hopend dat alles toch nog goed komt.

In het ziekenhuis loopt iedereen bedrijvig rond. De man zit op de bank, Veronique op zijn schoot. Ze kent hem niet, maar hij is er, en dat is het belangrijkst. Het enige dat telt is dat Judith wakker wordt. Het móet gewoon. De man aait zachtjes over haar hoofd. Als dan opeens de dokter binnenkomt, springt hij op. Gespannen kijkt hij hem aan. Veronique staart naar de grond, bang voor de uitdrukking op zijn gezicht. De dokter fluistert wat, de man knikt en gaat weer zitten. Veronique gaat naast hem zitten. Ze wacht tot hij iets zegt, maar hij staart voor zich uit en zwijgt. Uiteindelijk durft ze hem aan te kijken. Hij glimlacht, kijkt haar lang aan, schudt zijn hoofd, en zegt dat zacht: ,,Ze is weg...’’

De dagen na deze ongelofelijke gebeurtenissen, leeft Veronique als in een droom. Alles gebeurt niet echt, ze gaat niet echt naar school, ze maakt niet echt haar huiswerk. Het is haar geest die alles doet, zelf is ze dood.

Precies een week na het ongeluk is opeens de man er weer. Hij staat opeens in haar kamer. Het doet pijn om hem te zien. Hij glimlacht weer en gaat op haar bed zitten. Hij lijkt wat te willen zeggen, maar zucht dan eens diep. ,,Veronique...’’ begint hij. Dan blijft het weer stil. ,,Veronique, het spijt me...’’ Verdwaasd kijkt Veronique hem aan. ,,Ik heb haar aangereden. Het was niet mijn schuld, of eigenlijk wel... Maar... wat gebeurt is, is gebeurt. Ik ben hier... Je moeder belde me, gister. Ze zei... Het gaat niet goed met je, hé? Ze zei het, maar ik geloofde het niet. Je leek het goed op te nemen... toen ik het zei. Maar... ze is echt dood, dat begrijp je toch wel?’’ Hij kijkt haar niet aan. Veronique zwijgt. ,,Verdomme!’’ valt hij dan uit. Ze schrikt. Meteen fluistert hij: ,,Sorry. Het is... ik weet niet... Ik ben schuldig. En ik weet het. Ze is dood, en dat is mijn schuld. Ze zal nooit meer lachen, nooit meer huilen. Ze...’’ hij lijkt in zichzelf te praten. Veronique kijkt hem aan. ,,We hadden ruzie...’’ is het enige dat ze zegt. Ze gaat naast hem zitten, zucht en staart. Zo blijven ze zitten...

Het jaar gaat verbazend snel voorbij. Over Judith wordt niet meer gesproken. Het is een “dood” punt. Veronique leeft verder. Vaak is de man er weer, zomaar opeens. Vaak praten ze dan. Over Judith, maar ook over andere dingen. ‘Ik weet niet eens hoe hij heet,’ realiseerde ze zich een tijdje geleden. Maar eigenlijk vond ze het ook wel goed zo. Ze herinnert zich niets meer van Judith. Het is verbannen uit haar geheugen. Alleen de dokterkan ze zich nog voor de geest halen, voor de rest is het leeg... Toch blijft er nog een vraag door haar hoofd spoken. Wat fluisterde Judith, vlak voor ze weg rende, haar leven uit?...

Zondag, precies een jaar nadat Judith verloren ging in het leven. Veronique zit de hele dag al op haar kamer. Ze heeft niks gegeten, gedronken of gezegd. De hele tijd heeft ze gekeken naar een oude foto van Judith. Niet eens gehuild. ,,Veronique?’’ een zachte klop op haar deur. Veronique blijft zitten, starend naar de foto. ,,Ga je zo liggen?’’ Ze blijft zitten. Tegen elf uur kleedt ze zich om. Huiverend gaat ze in bed liggen. De hele tijd heeft ze zich afgevraagd wat Judith zei, gekeken naar een oude foto van Judith. Niet eens gehuild.

Ze slaapt onrustig, woelt heen en weer en zweet. Zo wordt ze midden in de nacht wakker, met haar hoofd aan het voeteneind. Het is stikdonker buiten. De lantaarns geven een flauw lichtschijnsel. Weer huivert ze. Opeens is haar kamer verlicht. Een groot, blauw licht. Een bundel licht schijnt in het midden van haar kamer. Een schim wordt langzaam zichtbaar. Hij zweeft net boven de grond. Veronique kijkt toe, ze is niet verbaasd, lijkt het heel normaal te vinden. Eeuwen later wordt het gezicht zichtbaar en blikt ze in ogen van Judith. Judith huilt. Ze is nog precies hetzelfde als toen Veronique haar voor het laatst zag. Opeens kan ze zich haar weer herinneren. Stralend, precies zoals ze nu voor haar zweeft. ,,Judith...’’ fluistert ze. Judith glimlacht. Ze strekt haar arm en aait Veronique over haar haar. ,,Hij had gelijk... je haar is zo zacht als zijde...’’ Meteen weet Veronique over wie Judith het heeft. Een oude bekende... ,,Ben je?...’’ ,,Ja, ik ben net bij hem geweest. Hij schrok niet, hij herkende me meteen. Weet je, hij is genezen... Hij was vervuld met schuld, de arme man... Ik ben hem dankbaar, maar toch weet ik niet waarvoor.’’ Judith knikt. ,,En jij... Jij bent me nooit vergeten... Je vraagt je af... Ik zal het je zeggen, je hebt er recht op. Ja... We hadden ruzie, ik was kwaad... We zwegen, jij wou het goed maken, al wist je niet wat er mis was... Ik was... zielig, denk ik. Ik wou wat zeggen, kreeg alleen een gekke piep uit m’n keel. Maar ik wou je graag dit vertellen: ik mis je... Ik wou het zeggen, wou dat je het had gehoord... Nou ja, misschien is het ook wel beter... Ik hoop dat het goed met je gaat, Veronique.’’ Haar naam klonk gek, alsof hij niet bij haar paste. Zoals Judith hem uitsprak, bijna betoverend. ,,Ik mis je...’’ Judith strijkt nog snel over haar haren, glimlacht dan en vervaagt langzaam...

Pauline ~ 13 jaar.

Schrijver: Pauline, 26 oktober 2001


Geplaatst in de categorie: overlijden

2.7 met 30 stemmen 3.041



Er zijn 7 reacties op deze inzending:

Naam:
Lotte
Datum:
19 juli 2005
Email:
dclwanadoo.nl
Om kippenvel van te krijgen. Succes!
Naam:
Saar
Datum:
7 december 2002
Email:
schrijfbloklycos.nl
Hoi Pauline,
Dit verhaal is wel mooi geschreven, maar ik vind de reacties van de anderen niet echt opbouwend. Je bent weliswaar voor je leeftijd erg goed (!) maar ik zou als ik jou was eens publiceren op www.sinuheweb.nl, daar krijg je veel beter opbouwend commentaar, zeker bij verhalen, daar beoordelen ze je wat kritischer en geven ze je betere tips!
Doen dus!!!
Naam:
marije
Datum:
3 november 2002
Email:
marije3003hotmail.com
echt een heel erg mooi verhaal,
ik kreeg tranen in m'n ogen toen ik het las.
Naam:
Jolene
Datum:
7 oktober 2002
Email:
jobloempjehotmail.com
Kippenvel met tranen!!!
Dat is wat ik kreeg bij dit verhaal!
Succes verder.....
Naam:
marcel
Datum:
4 juli 2002
Email:
marcel.imprezahetnet.nl
Nou Pauline ik moet echt zeggen dat ik dit verhaal echt erg mooi vind, zo mooi dat ik er gewoon tranen van krijg.
Jij hebt dit verhaal ook erg mooi geschreven ik kan verder alleen maar zeggen ga zo door en ik zal waarschijnlijk nog wel meer verhalen van jou tegen komen.
Naam:
alexis
Datum:
26 april 2002
Email:
alexandra_da_costahotmail.com
mooi verhaal, geloof je dat ik moest huilen toen ik het las? aan de schuldgevoelens die je zou moeten hebben als je achterblijft heb ik vaak aan gedacht, ik vind het een mooi onderwerp. ik ga nou naar andere verhalen van je kijken. dit is nu de derde die ik lees. ik hoop dat je ooit nog een verhaal maakt over depressies, of mensen die zichzelf snijden. of is dit een onderwerp dat ik eigenlijk niet aan je zou moeten vertellen? ach al ben je nog jong, je verhalen zijn dat zeker niet. en geloof je me als ik zeg dat ik kracht uit je verhalen put? in ieder geval bedankt voor het verhaal,
Naam:
Ik zelf
Datum:
26 oktober 2001
Email:
Pauline.Coenradiplanet.nl
Hoi Allemaal.
Wanneer je dit verhaal gelezen hebt, hoop ik dat je onder woorden kunt brengen wat je ervan vindt en dat hieronder zal neerpennen. Maar goed, wat ik vragen wou: zoals je ziet, heb ik nog geen geschikte titel kunnen vinden voor dit verhaal. Daarom was ik benieuwd naar eventuele suggesties... Ik hoop wat te horen en voor nu groetjes.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)