Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan

Ik meld me bij Charlotte en Cornelis. Bellen kan ook, dat doe ik geregeld, maar dan krijg je het stereotiepe 'z'n gangetje' ten antwoord als je vraagt hoe het gaat. Z'n gangetje, ja, maar dat gangetje wordt wel steeds trager en moeizamer.
Charlotte vliegt allang niet meer door het huis. Na de steeds verder voortschrijdende artrose heeft ze sinds een half jaar ook te kampen met een soort reuma: pseudojicht.
Als ze naar Mathot gaat om stokken - iets of iemand heeft haar wijsgemaakt dat je er met twee moet lopen, levensgevaarlijk - zeggen ze haar dat ze beter aan de rollator kan.
'Daar ben ik nog niet aan toe' zegt ze gedecideerd. Dan maar niet.

Feitelijk betekent het dat ze aan huis gekluisterd is. Tenzij Cornelis haar met de auto ergens mee naar toe neemt. Hij loopt al langer dan een jaar gevaarlijk te doen met twee stokken maar heeft uiteindelijk wel gecapituleerd: buiten loopt hij achter een rollator.
Die auto? Je houdt je hart vast. Eindelijk hebben de kinderen ze zover gekregen dat ze niet meer de snelweg opgaan. De ritjes naar tante en naar 'Huisje Buiten' in het Brabantse neem ik voor mijn rekening, de kinderen doen de rest. Dat valt nog niet mee, om de haverklap is er wel iets waarvoor ze erop uit willen trekken. Een jarige oom, een reünie van de veteranen, een kleinkind met een wedstrijd trampolinespringen, een ander kleinkind dat zingt, het jaarlijkse bezoek aan de vroegere secretaresse van Cornelis.

Dat de chauffeurs daarnaast ook nog druk zijn, met werk, met de kinderen, met tennis of gewoon andere bezigheden wil er maar moeilijk bij ze in. Nu de buurman in Brabant overleden is, 64, te jong, prostaatkanker, vind ik het genoeg.
'Jullie moeten de taxi maar eens proberen.' De Valys, 16 cent per kilometer, voor ouderen en invaliden. Cornelis heeft zich dit voorjaar aangemeld maar ze hebben er nog geen gebruik van gemaakt. Ook nu weer protesteert Charlotte hevig. Het is niet handig, het is te duur, ze laten je wachten en je wordt van hot naar haar gereden voordat je op je bestemming bent. Uiteindelijk na de nodige kopjes thee en het nodige gepraat stemt ze toe.
'Maar Djovan zou' probeert ze nog.

Minder is dat ze van de gelegenheid gebruik willen maken om ook even in hun Huisje Buiten te kijken. Ik ben er aan het opruimen. Met een neefje hebben we een bres geslagen in dertig, veertig jaar verzamelwoede. De eerste vrachtjes zijn al weg.
Een kleine dertig stoelen, platen, hout, de verjaarsdagskaarten die Cornelis altijd timmerde en zaagde voor kinderen en kleinkinderen. Een beetje potsierlijke, kinderlijke poppen, koeien of paarden, soms zelfs hele knutselwerken, een zeilboot van een klomp of een heuse draaimolen. Daar moest iedereen dan z'n met stift z'n naam opzetten en dan kreeg de gelukkige zo'n ding voor op de schoorsteenmantel. Totdat een van de zoons in plaats van weggooien het hele zaakje, tien jaar zaag- en timmerwerk voor een gezin van inmiddels zeven personen weer terugbrengt bij de gulle gever.
Onhandig, dom. Waarom niet gewoon na een poosje schoorsteenmantel weggegooid? Diep beledigd en zwaar gekrenkt stopt de oude man met zijn knutselwerk. De werkbank komt vol te staan met eten, zijn andere hobby. En troep, troep, troep. Bakken vol oude auto-onderdelen en ander oud ijzer bijvoorbeeld.

Gelukkig weet neefje een oudijzerboer. 'Ik heb hier wel drie-, vierhonderd kilo' zegt hij zonder overdrijving. Binnen een half uur staat er een truck op de dam, en met een kraantje verdwijnen platen en troep in de bak. Dat ruimt op. De fietswrakken, hoeveel zijn het er wel niet, worden opgetild. Mooi zo, weg ermee.

Maar dat is dus iets te enthousiast. 'Er stonden nog genoeg goeie karretjes tussen' zegt Anneke. In Amsterdam kan je niks beginnen met een mooie blinkende fiets. 'We hebben er van het voorjaar nog op gefietst met z'n allen, pa was ook mee' Ik kan me er weinig bij voorstellen, ook voor Anneke is het moeilijk om te erkennen dat het niet meer is wat het was. Nou ja, pech, alles is weg.

'En Ferdinand, is die ook weg?' Ja, als alles weg is, is Ferdinand ook weg.
'Dan mag je wel op je knieën bij m'n vader' briest Anneke. Ferdinand, de fiets waarop Cornelis bijna zestig jaar lang gefietst heeft, een cadeau van het dorp na zijn terugkomst uit Indië, Ferdinand gewoon in de oudijzerbak, zonder egards geplet en vermorzeld. Misschien valt er nog wat te redden. Ik bel neefje, die belt ijzerbroer, maar helaas: Ferdinand is niet meer.
Met hangende pootjes bel ik Anneke.
Ze sputtert nog wat na voordat ze zegt: 'nou ja, niks meer aan te doen.' Voor Cornelis verzinnen we een leugentje om bestwil. Neefje heeft Ferdinand meegenomen. Het ouwe beestje begint aan zijn tweede leven. Kon dat met mensen ook maar. Anneke denkt inmiddels al verder. Nu Charlotte moet terugtreden is zij steeds meer mater familias, degene die de boel bij elkaar houdt.
'Misschien kan je ook die vriezer daar eens leeghalen en die twee oude koelkasten, die doen het niet meer, die moeten ook weg'.
'Genoteerd' zeg ik braaf, dan maar nog een wandeldagje opgeofferd. Ik heb wat goed te maken.

'En vergeet niet de verjaardag van mijn dochter hè'. Ze vieren het zondag, ik zit in de nacht, meestal heb je dan genoeg aan jezelf. Dertien wordt de jongedame nu, wat Anneke betreft kan ik voor de komende jaren nog heel wat kruisjes zetten. Voor haar gaat er niets voorbij.
'Neem jij Charlotte en Cornelis mee?' Natuurlijk, een kleine moeite.
'En Woemi?' vraagt ze tenslotte.
'Ik denk dat ze ook wel even meekomt' zeg ik. Eigenlijk weet ik het wel zeker. Woemi, die houdt wel van een feestje. Die gaat nooit meer weg.

Schrijver: jorrit, 10 oktober 2009


Geplaatst in de categorie: tijd

4.5 met 11 stemmen 535



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)