Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Mijn schoonmoeder

Wat had ik toch een ellende met dat mens. Mijn vrouw lag in het ziekenhuis, bevallen van een dochter, die veel te licht in gewicht was. Ze moest in de couveuse en mijn vrouw moest ook in het ziekenhuis blijven. Haar moeder, Sjaan, was bij mij in huis getrokken om de boel te verzorgen, want ik moest weer naar mijn baas.
Normaal kreeg ik van mijn vrouw altijd zes boterhammen mee, belegd met kaas of hagelslag, soms ook alleen speculaasjes als het geld op was. Toen kreeg de arbeider nog een weeksalaris. Sjaan flikte het mij vier dunne sneetjes brood mee te geven met jam erop. Gadverdamme dat soppige brood was niet te eten.

Dus kwam ik hongerig thuis en wat kreeg ik te eten, vier glazige piepers en een klodder andijvie en een bal gehakt, meer brood dan vlees. Dat wijf kan niet koken, dacht ik. Na een paar happen eten voelde ik iets vreemds in mijn mond. Mijn angstige vermoeden werd bewaarheid, het was een lange zwarte haar en zij had zwart haar. Die haar liet ik haar zien, en zei:
''Is van u?''
In die tijd zei je altijd U, ook tegen je ouders, anders kreeg je klap voor je harses.
Weet je wat ze zei?:
''Ben jij nou belazerd zeg, die zal wel van jou zijn, je moet me niet vals beschuldigen, Kees.''

Ze had ook nog vergeten zout in het eten te doen, dus liet ik de boel staan. Ze keek me aan of ze me wilde vermoorden. Toen zette ze een pudding op de tafel en terwijl ze een stuk op mijn bord schoof viel een klein kammetje van haar hoofd op de pudding. Toen begon ze keihard te lachen, en zei:
''Opschieten, want we moeten naar mijn dochter.''
Moet je nagaan, ze zegt niet mijn vrouw, maar haar dochter, ik tel gewoon niet mee bij dat mens.

Ze was weduwe en dat is natuurlijk erg genoeg, want haar man was een geweldige kerel, maar kreeg een hartaanval en is veel te jong gestorven. Sjaan was net vijfenveertig en zag er nog jong uit. Ze had een mooi gelaat en lang ravenzwart haar en keek een beetje loens. Dus we gingen naar het ziekenhuis, op de fiets en het vroor. Zij zat achterop de bagagedrager en hield mij om mijn middel vast.

Daar lag onze Nelleke in een glazen kooitje met allerlei apparatuur. Wat een klein schepseltje met donker haar en nog een gerimpeld gezichtje. Dini, mijn vrouw was weer opgeknapt en had weer kleurtjes op haar wangen. Een warm gevoel van blijdschap ging door mij heen.

Ik ergerde mij kapot aan mijn schoonmoeder toen ze keihard luidkeels riep:
''Aanschouw het kindeke met vreugde.''
Wie zegt nou zoiets, belachelijk gewoon. Gelukkig vertelde de verpleegster, dat mijn vrouw over een paar dagen weer naar huis mocht, maar dan was ik nog niet van mijn schoonmoeder verlost. Ons kindje moest nog een paar weken blijven. Mij werd alvast gezegd, dat ik dan elke avond gekolfd moedermelk naar het ziekenhuis moest brengen.
''Een mooi werkje voor jou'', zei Sjaan tegen mij.

Toen ons kindje geboren werd was het januari en het vroor matig. De ramen van mijn huis zaten vol met ijsbloemen. Toen we weer thuis kwamen ben ik eerst bij de chinees een portie gewone bami gaan halen, want ik verrekte van de honger. Haar gaf ik ook een bordje met bami en ze keek mij toen lief aan. Het was lekker warm in de huiskamer, dichtbij de salamander, want bij het raam was het koud. We stookten toen cokes en briketten. Heel goed herinner ik mij, dat ik de radiodistributie had afgestemd op de bonte dinsdagavondtrein, een gezellig programma met veel muziek. Televisie was er nog niet.

Komt ze aangelopen en zette ze de radio op een andere zender met klassieke muziek. Wat krijgen we nou, dacht ik. Mag ik in mijn huis niet naar mijn eigen zender luisteren, dus stond ik mijn stoel op en draaide de knop weer naar de bonteavondtrein. Had je dat smoel van haar moeten zien en ze schold mij uit voor hufter.
Dat is nou je schoonmoeder, de baas wil ze spelen. Zijn alle schoonmoeders zo? Dat is toch niet te hopen, hé.

Om tien uur ging ik naar bed. Mijn sokken hield ik aan in bed en mijn dikke overjas op de dekens, want het was bitter koud in de slaapkamer. Eindelijk kreeg ik het warm en doezelde weg.

Plotseling ging het licht aan en keek ik verschrikt op. Daar stond mijn schoonmoeder in haar pyjama.
''Is er wat'', zei ik.
''Ik heb het zo koud, mag ik naast je liggen?''
Ik wist niet wat me overkwam, je schoonmoeder naast je onder de dekens. Wie weet wat ze flikt en ik zei:
''Sorry, maar dat kan niet.''

Scheldend liep ze weg. Stel je voor, je schoonmoeder naast je in bed. Ik moet er niet aan denken.
Toen ik wakker werd, was ze al op en had ze de tafel gedekt en ik kreeg bij het brood een gekookt ei, een traktatie. Ze zei:
''Ik heb lekker geslapen, je had gelijk, ik had je niet moeten vragen om bij jou in bed te kruipen, dat hoort niet''.
Van je schoonmoeder moet je afblijven, alleen een zoentje en verder niks, dacht ik.

Schrijver: kees niesse, 6 oktober 2011


Geplaatst in de categorie: geboorte

2.5 met 4 stemmen 4.480



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)