Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De sleutel tot het hiernamaals?

Nu ben ik de lul. Ik hou me vast aan de kleine kans dat Yanti het kamermeisje in een bungalowpark ongeveer een kilometertje van het 'indekoscomplex' mijn kamer vrij gehouden heeft. Haar enige hoop dat ik terug zou komen daar ze nog al gek op me was. Ik geef het adres terwijl mijn vriend Boman in de boeien wordt geslagen en pijnlijk mank mee hinkt naar een Jeep. Haastig in zijn rug geduwd door zo'n smeerlap om eenmaal achterin mij droevig aan te kijken door de tralies als een van de straat geplukte hond op weg naar de gaskamer. Beetje mijn schuld ook nog. Althans zo voelt het. Nu zat ik met twee man ineens heel minnetjes en slijmend tegen mij doende. Wat gebeurt er? Ze zijn fluisterend iets aan het overleggen.
"Priksa kamer Hotel aja." ('mijn hotelkamer onderzoeken') Maar ik doe alsof ik het niet begrijp. Er spoken allerlei doem-scenario's door mijn hoofd. Of mijn kamer is verhuurd en zo niet dan lag het zeker vol met spuiten, zilverpapiertjes en ander bewijsmateriaal onder mijn bed wat 'dubbel loose' op mijn gokkast betekent. Ik heb ergens een fout gemaakt en ik weet ineens welke. Ik was er onbewust te zeker van geweest mocht ik de kamer nog hebben dat zij hem schoongemaakt had. En daar zit m nou net de kneep; zij was zo vlot helemaal niet! En zo wel dan is hij zeker niet brandschoon.

Het volgende wat er gebeurt is te gek voor woorden. Ik moet geboeid bij een van de klootzakken achter op de brommer of een laag pk. motorfiets gaan zitten waarna hij demonstratief over de wereldberoemde strandboulevard van Bali rijdt: 'De Jalan Kuta Raya' met een gangetje van maximaal vijftien kilometer per uur met één hand sturen en non-stop met zijn duim claxonneren terwijl hij met zijn andere hand de gevonden spuit boven zijn hoofd houdt alsof hij de wereldbeker voetballen gewonnen heeft. De tweede brommer reed schuin achter mij met mijn pakketten kleding tussen zijn kruis geklemd en wat onder zijn ene arm. Ontsnappen bijna onmogelijk dus. Ook gaat er door mij heen dat dit wel eens een nu of nooit moment kan zijn. Zo op het eerste gezicht hebben deze twee geen pistolen bij zich. Wat moet ik doen? Zal ik de gok wagen en hem een kopstoot geven en vervolgens van de motor af springen en rennen voor mijn leven? Ik had net twee van mijn vrienden vermoord zien woorden waarschijnlijk zelfs drie. De handen geboeid op mijn rug weerhouden mij van het wanhoopsplan. Als ik verkeerd terecht zou komen, ben ik niets zonder mijn handen tegenover twee zwaardere kerels met een bajonet die ik wel duidelijk zie zitten. Ook deze kan ik onmogelijk pakken.

Demonstratief rijden we nog eens de ongeveer drie kilometer lange boulevard op en neer. Nog steeds luid claxonnerend met mij geboeid achterop. Mijn gezicht, armen en benen zitten onder het bloed. Ook mijn T-shirt en korte broek zitten onder het bloed en etter. De spuit hoog tegen de prachtig blauwe lucht houdend als een miniraketje dat elk moment uit zijn hand op zou kunnen stijgen. Was het maar waar. Zit ik voor lul zeg! U moet niet vergeten: ik ben hier natuurlijk al een vette maand en mijn dronken voetstappen plus de kennis van plaatselijke taal zorgen er al snel voor dat iedereen in Kuta mij kent. De mensen die mij zien blijven met hun mond open staan terwijl we langzaam voorbij glijden. Een van de kinderen laat van schrik haar ijsje vallen en begint te huilen. Een kelner die de een van de tafels van zijn terrasje schoonmaakt ziet mij en twijfelt of ik het wel ben en als hij het zeker weet valt ook zijn mond open. Als hij de situatie begrijpt besluit hij mijn naam toch maar niet te roepen om mij te groeten.

Ik probeer zoveel mogelijk mijn gezicht de andere kant op te te draaien en achter de rug van mijn 'chauffeur' te verstoppen als ik bekende toeristen of vrienden zag. Ik zit met mijn kop te zwaaien alsof ik op Wimbledon ben. Eigenaars van eettentjes, kroegen of gewoon mensen van het strand. Ze kenden me allemaal. Gelukkig is het nog geen toeristenspitsuur maar zijn de mensen meer hun gelegenheden aan het klaar maken.

"Rijden we goed." “Naar je hotel?” Vraagt het stuk ongedierte mij.
"Ja, ja" zeg ik per ongeluk in het Indonesisch. Maar de klootzak had het gelukkig niet door al zie ik hem even twijfelend nadenken voordat hij weer voor zich uit kijkt en verder gaat met toeteren. Aangekomen bij mijn voormalig ressort rijden de gare motoren, brommers of iets er tussen in dat weet je nooit in Indonesië het pad in om vlak voor de balie pardoes te stoppen. Ik stuiter op en neer vanwege de kapotte vering. Toevallig werkt Yanti mijn kamermeisje achter de balie vandaag. Het arme meisje schrikt zich helemaal wezenloos van mijn toegetakelde verschijning en trekt mijn wijd open gesperde ogen bleek weg en moet zich met ferme kracht in haar handen vast houden aan de balie waardoor ik het bloed uit haar vingers zie verdwijnen. Ze is sterk want ze zou zich liever liever laten gaan en flauw vallen.

"Hadoe" zegt ze nauwelijks hoorbaar terwijl ze haar angst voor de MP's weg slikt. "Prancis," zie ik haar lippen zeggen zonder geluid. Want de p en de f draaien ze daar soms om. Vraag me niet waarom; wastafel is wasstapel en pantoffel fantoppel. Wat heb ik een meelij met die arme scheet zeg en dat ze mijn naam niet goed kan uitspreken maakt het er zeker niet minder om.
"Kamer dia." Commandeert de militair tegen haar.
"Kunci silakhan."
O mij god, hij vraagt naar mijn kamer en de sleutel. Nee Yanthi, mijn God alsjeblieft wees slim en geef hem een andere sleutel maar niet de mijne! Met bibberende handen zie ik haar de sleutel van kamer één, mijn kamer pakken. Ik ben dood, game over.
Einde verhaal.

Schrijver: Franciscus Borst, 27 januari 2014


Geplaatst in de categorie: reizen

4.8 met 4 stemmen 480



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Ronnie Rietdijk
Datum:
8 februari 2014
Email:
ronnierietdijkhotmail.nl
Goed geschreven weer!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)