Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Zij kwam de boel regelen

Wat had ik toch een ellende met die verpleegster. Mijn vrouw lag in het ziekenhuis, bevallen van een dochter, die veel te licht in gewicht was. Ze moest in de couveuse en mijn vrouw moest ook in het ziekenhuis blijven. Dat was vroeger zo. Een mokkel van vijfentwintig van een kruisvereniging was bij mij in huis getrokken om de boel te verzorgen, want ik moest weer naar mijn baas. Normaal kreeg ik van mijn vrouw altijd zes boterhammen mee, belegd met kaas of gebakken ei. Soms ook alleen speculaasjes als het geld op was. We hadden toen nog een weeksalaris. Dat mokkel flikte het mij vier dunne sneetjes brood mee te geven met jam erop. Niet te vreten, want het brood was soppig geworden.

Ik kwam dus hongerig thuis van mijn werk en wat kreeg ik te eten, vier aardappelen en een klodder andijvie en een bal gehakt, meer brood dan vlees. In de andijvie zat een lange zwarte haar en zij had zwart haar. Ik trok die haar uit mijn mond en liet die aan haar zien.
''Is van u'', zei ik.
In die tijd, het was 1956, zei je niet haar naam, maar altijd u.
''Ben jij nou belazerd zeg, die haar is van jouw, je moet me niet vals beschuldigen'', zei ze.

Ik schoof de andijvie uit kwaadheid tussen de ballen gehakt in de juspan, en zei:
''Mens, je kan niet eens koken, ik ga straks wel bami halen bij de chinees. Die andijvie is niet eens gaar en er zit geen zout in.''
Ze keek mij vernietigend aan.
Ze had een mooi gelaat en lang ravenzwart haar. Ze keek een beetje loens. Vrouwen die loens kijken vind ik seksueel aantrekkelijk. Ik op de fiets in bar slecht weer naar het ziekenhuis.

Daar lag mijn dochtertje in een glazen kooitje met allerlei apparatuur. Wat een klein schepseltje met donker haar en nog een gerimpeld gezichtje. Mijn vrouw was weer opgeknapt en had weer kleurtjes op haar wangen. Een warm gevoel van blijdschap ging door mij heen. Gelukkig vertelde de verpleegster, dat mijn vrouw over een paar dagen weer naar huis mocht, maar dan was ik nog niet van de hulp verlost. Ons kindje, Diana, moest nog een paar weken blijven. Er werd mij alvast medegedeeld, dat ik dan elke avond gekolfd moedermelk naar het ziekenhuis moest brengen.
''Een mooi werkje voor jou'', zei dat mokkel.

Toen ons kindje geboren werd was het januari en het vroor matig. De ramen van mijn huis zaten vol met ijsbloemen. Tegenwoordig hebben we dubbel glas en dan blijft het uitzicht goed. Toen ik thuis kwam van het ziekenhuis bezoek ben ik eerst bij de chinees een portie gewone bami gaan halen. Ook haar gaf ik een bordje bami met een gebakken ei. Ze keek me toen lief aan en schonk een glas cola voor me in. Het was lekker warm in de huiskamer, dichtbij de salamander, want bij het raam was het koud. We stookten toen cokes en briketten. Mijn vrouw lag al te slapen. Ik herinner mij nog heel goed, dat het op een dinsdagavond was. Televisie was er nog niet. We hadden wel een radio en die had ik afgestemd op de bonte dinsdagavond trein, een gezellig programma met veel muziek.

Ik zat met de verpleegster bij de kachel. Staat ze op uit de stoel en zet ze de radio op een andere zender met klassieke muziek. Ze zei:
''Ik ben zwaar christelijk en houd niet van die lichte rotzooi op de radio.''
Wat krijgen we nou, dacht ik. Mag ik in mijn huis niet naar mijn eigen zender luisteren. Ik stond van mijn stoel op en draaide de knop weer naar de bonte avond trein. Ze keek me aan en zei vleiend, hufter.
De baas wilde ze over mij spelen.

Om tien uur ging ik naar bed. Ik hield mijn sokken aan, want het was bitter koud in de slaapkamer. Met een extra deken en een legerjas, die ik gekocht had bij Lou Lap, kreeg ik het eindelijk een beetje warm en doezelde ik weg. Plotseling ging het licht in mijn slaapkamer aan en keek ik verschrikt op. Daar stond ze in haar pyjama.
''Is er wat'', zei ik.

''Ik heb het zo koud, Kees. Mag ik naast je liggen?''
Ik wist niet wat me overkwam, de verpleegster naast je onder de dekens. Wie weet wat ze flikt en ik zei:
''Sorry, maar dat kan toch niet, pak maar een extra deken uit de kast. Stel je voor, dat mijn vrouw dat ziet, dan zijn de rapen gaar. Heden ten dage heb ik er nog psychische klachten van over gehouden.

Ik hoorde haar nog schelden en ze liep weer weg. Stel je voor zeg, de verpleegster naast je in bed. Ik moet er niet aan denken. Toch zag ze er uitdagend uit in haar pyjama, ze had grote memmen. Gelukkig ben ik er niet ingetrapt. Ik zou mij achteraf diep hebben geschaamd. Toen ik wakker werd was ze al op en had ze de tafel gedekt. Ik kreeg bij het brood een gekookte ei. Ze zei:
''Ik heb lekker geslapen met die extra deken. Je had gelijk, Kees. Ik had je niet moeten vragen om naast je te gaan leggen, dat hoort niet''
Ik weet zeker, als ik ja had gezegd, dat ze meteen bij me is gaan liggen.
Verhaal gedeeltelijk verzonnen.

Schrijver: kees niesse, 22 oktober 2014


Geplaatst in de categorie: geboorte

3.0 met 1 stemmen 185



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)