Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Pleur op

In de schuur heb ik twee grote aardappelen in een mandje gedaan. Ben toen buiten in de schaduw gaan zitten, want het was drukkend warm. De hele dag geen mens gezien. Gelukkig heb ik nog mijn trouwe vriend Bonky, mijn lieve hond. Hij zat naast me op de grond en keek mij met zijn trouwe hondenogen om de haverklap aan of hij zeggen wilde, gaan we nog een eindje lopen. Hij moest natuurlijk ook bouten. Ik was gauw klaar met de aardappelen, heb ze in stukken gesneden en in een pan met water gedaan. Als groenten heb ik een potje spinazie klaar staan en een tartaar is zo gebakken. Bonky stond al op en wachtte, dat hij aangelijnd werd.
''Zullen we de eendje gaan voeren met oud brood, Bonky?''

Hij gaf met zijn kop een ja-beweging. Hij is nu zes jaar en een heel lief en oersterk. Wanneer hij naast mij op de grond zit terwijl ik zit te eten probeer ik hem wel eens weg te duwen, maar dat lukt niet. Hij keek mij tevreden aan.
''Je bent een goeie kerel'', zei hij.
Meestal loop ik met hem over het zandpad naar het bos achter mijn huis, maar nu nam ik de weg naar een grote plas in het park.
Eenmaal in het park begon hij al aan mij te trekken, zo blij was hij de eendjes te gaan voeren. In het begin waren de eenden bang voor de hem, maar toen ze merkten, dat hij brood naar ze gooide was hun angst gauw verdwenen.

Toch heeft hij het een keer geflikt een eend te grijpen. Hij sprong het water in en zwom naar de eenden en pakte een jonge eend zonder het beestje pijn te doen. Ik schrok ervan, maar eenmaal weer aan de kant, zei Bonky:
''Baas voor bij de babi pangang.''
''Geen sprake van Bonky, zet de eend terug. Toen het eendje weer in het water was begonnen alle eenden van blijdschap te kwaken.
''Jij krijgt morgen ook babi pangang met geroosterd vlees. We gaan straks naar de supermarkt. Dan neem ik meteen hondenbrokken voor je mee.''

''Ik houd van je, baas.''
Toen ik de boodschappen had gedaan en weer buiten kwam zag ik een klein keffertje met een blauw strikje op zijn kop bij Bonky staan en ik hoorde hem duidelijk roepen tegen Bonky:
''Pleur op, je hebt hier niks te zoeken.''
''Wat betekent dat, baas?''
''Dat betekent, dat je moet oprotten of iemand uit je huis pleuren, zeg maar smijten en het is niet netjes dat te zeggen.''

''We gaan terug lieve hond, ik word erg moe.''
Hij luisterde meteen, en zei:
''Oké baas'', en ik zag hem genieten en hij kwam mij knuffelen. Wat zou ik zonder hond zijn, dacht ik.
Opeens bleef hij bij een zij pad staan en begon te blaffen. Ik zag waarom hij blafte, want ongeveer honderd meter verderop zat een zwaan op de weg. Hij wou er naar toe, maar ik zei:

''We gaan naar hem toe, maar je doet hem geen kwaad, hoor. Je weet, dat ik een dierenvriend ben en ik lid ben van de dierenpartij. Hij keek mij met zijn kop schuin aan, en zei:
''Weet ik baas, ik doe niemand kwaad, je kent me toch.''
Hij was als eerste bij de zwaan en ik zag, dat het beest erg bang was voor de hond, maar ik vond het vreemd, dat hij niet wegvloog. Toen zag ik, dat zijn poot was gebroken.
''Wat is er aan de hand met je?'', zei ik tegen de zwaan.
Toen gaf hij huilend antwoord en vertelde, dat zijn vriend overreden was door een auto en was opgehaald door de dierenambulance. Ze lieten mij achter, maar ik ben ook gewond en kan niet lopen en vliegen en ik verrek van de honger. Bonky kreeg medelijden met de zwaan en knuffelde en likte hem. Nu was de zwaan niet bang meer en vroeg:

''Mijnheer, ik heb zo'n honger, kunt u wat waterplanten uit de sloot halen of een visje?''
''Moet ik het doen?'', zei Bonky.
''Doe maar'', en ik liet hem los. Hij rende naar de sloot en kwam even later terug met een bek vol waterplanten en legde die voor de lange hals van de zwaan neer.
''Eet maar lekker op, lieve zwaan.''
De zwaan gaf hem een kusje.

Ik dacht, die zwaan kan niet hier achterblijven. Ik zocht naar mijn mobieltje, maar niet te vinden. Ik werd wanhopig en de hond zag het.
''Wat zoek je, baas, je telefoon? Die heb ik meegenomen en hij zit in het tasje onder mijn halsband.''
Ik wist niet wat ik meemaakte, wat een intelligente en lieve hond, waren de mensen maar zo, dacht ik. Onze lieve Heer moet dat gezien hebben en de hond ingelicht hebben. Ik pakte de telefoon en toen was mijn verbazing ten top gestegen, want Bonky zei:

''Moet ik bellen baas, ik weet het nummer uit mijn hoofd?''
''Doe maar.''
''Het gaat helaas niet baas, mijn voeten zijn kletsnat en zitten vol met zand.''
Toen zei de zwaan:
''Geef de telefoon maar aan mij, ik bel wel, mijn snavel is nog schoon.''

Ik huilde bijna, omdat de beesten zo lief en behulpzaam zijn voor elkaar. Even later kwam de dierenambulance en namen de twee stevige vrouwen de zwaan mee. Bonky gaf de zwaan nog een knuffel en de vrouwen vonden dat zo lief, dat ze hem een hondenbrok gaven.
''Hartstikke bedankt, hé'', riep hij de vrouwen na.

Schrijver: kees niesse, 10 september 2016


Geplaatst in de categorie: liefde

4.0 met 1 stemmen 179



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)