Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Suikerklontjes

In de supermarkt moet ik bij de slager wachten op mijn beurt. Op een bord lees ik dat biefstuk in de aanbieding is. Mijn gedachten dwalen af en zie mezelf als 10 jarige op de kade staan van een haven in Ierland waar een schip ligt te wachten op haar lading. Mijn vader is scheepskok en af en toe mag ik een reisje mee.

Achter een omheining staan paarden te wachten tot het moment van inscheping. De bestemming is Frankrijk waar in slachthuizen hun leven zal worden beëindigd. Met geweld en geschreeuw worden ze het schip ingedreven. Soms krijgt een opstandig paard een zak over het hoofd of wordt het met een brandspuit tot de orde geroepen. Met afschuw en onbegrip kijk ik naar de mishandelingen. Als de dieren aan boord zijn ga ik met een zak suikerklontjes het ruim in. Met hangend hoofd en verslagen staan de dieren in hun nauwe boxen. Ik spreek troostende woorden, een aantal wrijf ik over hun zachte neus. Een enkeling reageert agressief. Met ontblote tanden en oren plat in de nek weigert het dier mijn toenadering. Harde trappen tegen het achterschot benadrukken de afwijzing. Uit ervaring weet ik dat het over twee dagen tot inkeer zal komen.

De zee is ruw. Ik heb last van zeeziekte. Mijn lichaam protesteert tegen de heftige bewegingen van het schip. Ondanks een opstandige maag loop ik een paar keer per dag langs de rijen om te zien of er dieren zijn die aandacht nodig hebben. Als een paard tijdens de reis ziek wordt, moet het worden afgemaakt. Het is verboden om dode dieren aan land te brengen. Zodra de luiken boven het ruim worden verwijderd weet ik dat het weer zover is. Met een schietmasker is een paard gedood en wordt het met een touw om de hals overboord gezet. De plons waarmee het in zee wordt gedumpt voelt als een stomp in mijn maag. Tijdens een rondgang zie ik een paard dat er niet goed uitziet. Ik klop het dier op de hals en spreek bemoedigende woorden. Met een natte spons wrijf ik over de vacht. Als aanmoediging krijg ik een zacht gekreun en knikkende bewegingen van het hoofd. Terwijl het knabbelt op een suikerklontje kijken we elkaar recht in de ogen. Tijdens de laatste inspectie komt het paard er doorheen.

Bij aankomst in de haven staat een trein klaar om de dieren verder te vervoeren. Op de brug van het schip kijk ik hoe ze de wagons worden ingedreven. Als mijn paard via de loopplank het ruim uit komt houdt het even stil en kijkt omhoog. Ik steek mijn hand op als afscheidsgroet en krijg als reactie een bries. Stokslagen dwingen het dier door te lopen naar de wagon.

“Wat mag het zijn, meneer?” De stem van de vrouw achter de toonbank dringt nauwelijks tot mij door.
“Een pak suikerklontjes graag,” antwoord ik mat.
De vrouw kijkt me onderzoekend aan en zegt: “Tweede rij rechts, naast de koffie.”
Ik bedank haar en besluit vandaag geen vlees te kopen.

Schrijver: Frans Goossens, 21 oktober 2016


Geplaatst in de categorie: algemeen

3.8 met 6 stemmen 124



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)