Verhalen

IN ELKAAR GEHAAKT

Lambert, een man van 70, is al drie jaar weduwnaar.
Hij verlaat even zijn huis om zomaar een eindje te gaan lopen. Voor hem uit gaat het meisje, dat vorige week naast hem is komen wonen.
"Warempel, dat grietje van 20 jaar brengt mijn psyche in beroering." Met snelle stappen volgt Lambert haar.
"Psyche?" mijmert hij. "Dat is in een oud Grieks verhaal een wonderschone maagd, die de oogappel wordt van Eros, de liefdesgod. Tjonge zeg, de pijl van Eros schijnt mij, oude man, nog hard te treffen."
Hij haalt het meisje in, geeft haar een arm.
"Meneer van Boven, ik zie dat er heus nog aardige mensen op de wereld zijn," zegt Alida. "U kijkt belangstellend naar mij om."
Lambert denkt:
"Mijn nieuw buurmeisje mag mij kennelijk graag. Kan het toch iets meer worden dan alleen kameraadschap?"
Samen gaan ze de bakkerswinkel binnen. Alida koopt twee broden. Lambert neemt een doos met kleurrijke gebakjes.
"U ziet meteen wat zowel mooi als lekker is," zegt Alida als ze weer buiten staan. "Kom, naar huis toe. Geeft u mij maar weer een arm en ondersteunt u mij ook een beetje"
Glunderend loopt Lambert met zijn zoveel jonger buurmeisje. "Ja, ze loopt echt wel warm voor mij."
Alida staat voor haar huis.
"U heeft mij heel vriendelijk bijgestaan onder het lopen, meneer van Boven. Heel wellevend van u dat u blijkbaar in de gaten heeft dat ik soms last heb van evenwichtsstoornissen. Ik word er wel eens mee geplaagd, maar u helpt mij. Ik ga wel alleen naar binnen toe. U zult heerlijk kunnen smullen van uw gebakjes. Dag, meneer van Boven, een prettige dag nog."

Lambert zit in zijn kamer, kijkt neerslachtig naar zijn gebakjes.
"Ze waren voor Alida en voor mij bestemd. Nou ja, mijn dochter en kleinkinderen kunnen er nog van genieten."