Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Voor God, Koningin en Vaderland

Het is een grote rode doos. Een Brocapharm's Verbandtrommel, een prachtig stukje curiosa, maar de inhoud is verdwenen. Erin heeft Charlotte een deel van haar leven opgeslagen. Een bijzonder deel, mij totaal onbekend, vol met geheimen die waarschijnlijk nu, nu ze niet meer kan praten en eindeloos ligt te vegeteren in het verpleeghuis met haar mee het graf in kan nemen.

Dat leven van Charlotte, op zich al een boek of film waardig, kent nog een groot geheim. Niet Tofield, de jongen die uitgehongerd en berooid bij haar voor het huis op een muurtje had gezeten we die ze een boterham had gegeven was haar eerste grote liefde. Nee, niet die trotse, onafhankelijke Tofield, die de relatie met zijn ouders verbrak om met haar te kunnen trouwen, die met zijn Gloster Meteor haar een saluut bracht boven het huis, die haar een kind gaf en verongelukte nog voordat de baby een maand oud was. The Flying Dutchman dood, Woemi geen vader meer en Charlotte geen man.

Haar eerste liefde heette Daan. Gewoon Daan. En zoals zoveel jongens mag Daan vlak na de oorlog naar Indonesië om dat enorme land weer onze vlag te brengen. Net zelf bevrijd zien we er geen brood in om met verve de rol van bezetter weer op ons te nemen. In de loop van de jaren sturen we er zo'n 100000 jongens heen, waarvan ruim 5000 tussen de planken weer naar huis mogen.
Daan mag er als een van eersten er naartoe, nog vol goede moed. De stemming is uitstekend.' schrijft hij aan zijn liefste Charlotte, maar nog op de boot schrijvend beseft hij:' Onze taak die we hier te vervullen hebben is een zware taak.' En haar liefhebbende Daan ondertekent zijn brieven met 'Voor God, Koningin en Vaderland' met 'Moed en Vertrouwen' en 'Je Maintendrai'.
Daan gaat de oorlog in, daan is een held. trost met hij hoe hij in een gevecht bijna getroffen wordt, hoe ze standrechtelijk twee extremisten te neerknallen, hoe twee - misschien wel vergiftigde - krissen als oorlogsbuit weet te bemachtigen. Het gevaar loert overal. Elke Inlander kan een een extremist zijn, een verrader.
Arme Daan, hoe weinig genoegen zal hij beleven aan zijn verre vriendin. Zelfs een keertje lekker neuken is er niet bij geweest, de Heer beware me. Een gezellige fietstocht samen, ergens pootje baden, en avondjes bij Anna op de bank. Dat is het wel zo'n beetje.
Verontwaardigd wijst hij een vriend terecht, die veronderstelt dat hij wel wat met Charlotte heeft 'uitgespookt' en dat ze 'gekheid gemaakt' hebben. En meerdere keren distantieert hij zich van zijn maats, die er geen gat in zien om een relatie met een Inlands meisje aan te knopen, of er voor te betalen, ook al erkent hij dat er heel aardige types onder te vinden zijn. Zo beschermt de Heer hem in ieder geval tegen een nare geslachtsziekte, het verdiende loon voor zijn kompanen.

Arme Daan. Terwijl zijn liefde groeit, zijn liefste zijn kleine lieveling wordt en God tot slot door een kusje en een ferme handdruk wordt vervangen, en hij plechtig belooft in zijn hopeloze gedichten 'altijd voor haar alleen te zijn' sluipt aan de andere kant van de wereld de twijfel in het hart van Charlotte. Twijfel? Of is het er nooit geweest? Die alles verzengende hartstocht, die hevige liefde, en bleef ze daarom zo bewonderenswaardig kalm bij zijn afscheid? Ze kan het me niet meer vertellen, ze is zo dement als een kraai, zegt überhaupt helemaal niks meer, en glijdt langzaam uit het leven weg.

De brieven, eerst tien of meer kantjes lang, worden korter. Hij begint te typen. Is makkelijker, Zij vindt het niet leuk, hij zegt hij geen vulpen kan vinden. Ze maakt het uit, ze maken het weer aan.
Het blijft lieveling en liefste regenen, maar de jaloezie die hij wel moet voelen als ze voor een jaar naar Amerika vertrekt terwijl hij steeds verder in drek wegzakt is haast voelbaar tussen de regels door. Hij komt bij inlichtingen te werken. Nog in de laatste bewaarde brief vertelt hij trots hoe hij iemand dagenlang verhoort en uiteindelijk aan het praten krijgt. Hoe? Ik kan het nergens lezen. Maar vrees het ergste.

En ondertussen interesseert de hele Indonesische kwestie hem geen zier meer. Wil hij nog meer een ding: naar huis. Die hele vuile, smerige oorlog, al in een van zijn eerste brieven schrijft hij over het uitmoorden van een hele kampongbevolking, de enige manier om de rust weer terug te krijgen in land, helemaal voor niets. Die eerste moordpartij heeft hij alleen maar van horen zeggen.
Maar aan het slot van alles raakt hij ook nog zelf bij zo'n moordpartij betrokken. Aan de vrede wordt al gewerkt, er is al een bestand. Nederland staat op het punt om zijn ooit eerlijk veroverde gebieden de onafhankelijkheid te geven. Bij een razzia op een kampong valt een schot. De Nederlanders, nerveus, gespannen, ze verwachten verzetsstrijders en vinden alleen maar onschuldige bruiloftsgasten schieten gelijk terug.
29 Doden zijn het gevolg. Het onderzoek naar het hoe en waarom strandt snel, de zaak gaat in de doofpot.

Voor Daan wacht er geen meisje op de kade in Rotterdam als hij als een van de laatsten in december terugkeert naar huis. Zijn bruiloft heeft hij in bloed gedrenkt gevierd in indonesië. 'Ik wil je zo snel mogelijk vergeten' heeft ze hem toegebeten. Ausradieren noemden de Nazi's dat.
Maar ze bewaart zijn brieven toch. Misschien omdat ze wil dat zijn verhaal, hun verhaal toch een keer verteld wordt. Bij deze dan.

Schrijver: jorrit, 9 maart 2018


Geplaatst in de categorie: geschiedenis

4.0 met 5 stemmen 112



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)