Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Een furie voor de onrechtvaardigen

(voor Sarah Bernhardt (1844 - 1923))

Je bent geboren als Henriette Rosine Bernardt op 22 oktober 1844 in Parijs.
Je was een buitenechtelijke dochter van Judith Bernard, een Nederlandse, Joodse prostituee met een rijke klantenkring van politici, bankiers, generaals en schrijvers. Jouw vader Edouard was waarschijnlijk de zoon van een rijke koopman uit Le Havre. Zijn familie bekostigde jouw onderwijs. Jouw moeder reisde veel en als kind was je bij een verpleegkundige in Bretagne en Neuilly. Op jouw 7-de ging je naar een kostschool in Auteuil, waar je in het toneelstuk 'Clothilde' de koningin van de feeën speelde. Op jouw 10-de ging je naar een Augustijnse kloosterschool.

In 1859 overleed jouw vader in Pisa en jouw moeders klant hertog Charles de Morny besloot om van jou een actrice te maken. Met Charles en Alexandre Dumas ging je naar 'Brittanicus' van Jean Racine in de Comédie Française. Je moest huilen en Dumas troostte en coachte jou. Van 1860 tot 1862 studeerde je bij de acteurs Joseph-Isidore Samson en Jean-Baptiste Provost van de Comédie Française. Augustus 1862 debuteerde je in de titelrol van 'Iphigénie' van Racine. Je speelde nog drie rollen, maar het succes bleef uit. Je was temperamentvol en je sloeg een theatermedewerker en jouw oudere collega-actrice en filmactrice Nathalie Martel, waardoor je bent ontslagen.

Je werd lid van het theater De Gymnase. In het Palais des Tuileries las je aan Napoleon III en Keizerin Eugenie twee gedichten van Victor Hugo voor. Hugo was een groot criticus van de keizer.
In Brussel had je een verhouding met de Prins Henri van Ligne, met wie je, zonder dat hij het wist, op jouw twintigste zoon Maurice kreeg. Je woonde in een flatje in Parijs.
De directeur van het Théâtre de L'Odéon nam jou aan en je speelde o.a. op sublieme wijze Cordelia in 'King Lear'. In 1868 brak je door in 'Kean' van Alexandre Dumas en 'Le Passant' van François Coppée. Van de keizer kreeg je een diamanten broche.

Je was dik bevriend met de erudiete schrijfster George Sand en in jouw kleedkamer ontving je o.a. Gustave Flaubert en de politicus Léon Gambetta. In 1869 verhuisde je naar een 7-kamerappartement op 16, rue Auber. Jouw oma verzorgde er Maurice en je had een dienstbode en een kok. Na een woningbrand verhuisde je naar 4, rue de Rome, met twee salons en een grote eetkamer.

Tijdens de Frans-Pruisische oorlog hielp je als verpleegster gewonde soldaten in het Odéon. In oktober 1871 werd het Odéon theater heropend en speelde je in 'Jean-Marie' van André Theuriet en 'Ruy Blas' van Victor Hugo, die jou nadien een handkus gaf. Eind 1872 ging je naar de Comédie Française, waar je vele, moeilijke rollen speelde.

De toneelschrijver Jean Mounet-Sully was jouw minnaar.
Jouw rol als Phaedra was jouw meest bekende, klassieke rol. Je speelde Dona Sol in 'Hernani' en jouw minnaar in het stuk was tevens jouw echte minnaar. Victor Hugo schonk jou een gouden armband met een parel. Je sliep in een doodkist en jouw jongere zus met tuberculose in jouw bed. Je had vaak grote ruzie met de theaterdirecteur Perrin. Je bewoonde een indrukwekkend herenhuis aan de rue Fortuny en je had acht personeelsleden. In Londen verdiende je smakken aan geld en Perrin was woest. Je nam ontslag, waardoor je een hoge boete moest betalen.

In Amerika werd je schatrijk en je speelde in het Vaudeville Theater in Parijs. Je maakte wereldtournees, waarbij je ook in Nederland speelde. De toneelschrijver Jean Richepin en koning Eduard VII waren ook jouw minnaars.
Je ontmoette de acteur Jacques Damala, die enkele jaren jouw vaste partner was. Op 18 augustus 1889 overleed hij door een overdosis morfine en cocaïne. Hij werd 34 jaar.

Jij overleed in 1923.

Schrijver: Joanan Rutgers, 25 november 2018


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 1 stemmen 823



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)