Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Voor galg en rad

Zijn naam was Bertus, hij had dezelfde leeftijd als ik en hij werd mijn speelkameraadje om en nabij mijn vierde levensjaar. Vanaf deze inleidende zin houdt verder ook iedere vergelijking met hetzelfde resultaat op. Bertus was de zoon van een zwaar invalide vader, een afgekeurde bouwvakker, die ongeveer 15 jaar ouder was dan zijn psychisch onevenwichtige moeder. Hoewel je niet kon spreken van een asociale gezinssituatie, werd dit door menigeen toch beweerd. Bertus was eigenlijk een soort ‘Dik Trom’ in onze wijk. Hij was brutaal, voor niets en niemand bang en een vechtersbaasje, die je beter te vriend kon houden dan te proberen hem tegen te werken. Hij en ik zaten in dezelfde klas van de lagere school en wij woonden op een steenworp afstand van elkaar vandaan. A pro pos steenworp: op mijn zesde liep ik een dikke buil en hoofdwond op, omdat wij zo nodig een gevecht naspeelden door elkaar met deze projectielen te bekogelen. Hoewel ik als kind in vergelijking met zijn gedrag vrij timide was, konden we het meestal goed met elkaar vinden. Op het tijdstip dat wij beiden zeven jaar oud waren, scheidden zich onze wegen, doordat mijn moeder met mij en mijn broertje naar het Beierse Allgäu verhuisde en pas terugkeerde toen ik tien jaar en zes maanden oud was.

Bertus bleek toen bijna een handbreedte groter dan ik, broodmager maar nog net zo ondeugend en vol streken te zitten als het jochie van toen. Wij bezochten samen de middelbare school (Realschule, duur 6 jaar – vergelijkbaar met een gemiddeld niveau tussen Mavo en Havo). Bertus heeft de opleiding op deze school vroegtijdig moeten staken. Naast kattenkwaad op weg er naar toe als ook op weg naar huis viel hij volwassenen lastig, gooide ruiten in en . . . tja, wat eigenlijk niet. Tegen onze strenge leerkrachten was hij recalcitrant, vertikte het om tijdens de lessen op te letten en maakte vrijwel nooit huiswerk. Op zijn vijftiende werd hij uiteindelijk van school gestuurd en ging vervolgens aan de slag als leerling-metselaar in de bouw. Ondanks het feit, dat wij zo dicht bij elkaar woonden, verloren wij elkaar uit het oog. Wel hoorde ik op mijn negentiende van mijn vader, eveneens bouwvakker, dat Bertus al een tijdje een avondschool bezocht om meer theoretische kennis op te doen over het vak om er later een rol van betekenis in te kunnen vervullen. Mensen in zijn omgeving, die altijd dachten dat hij voor galg en rad zou opgroeien, waren over zijn positieve verandering vermoedelijk verbaasd en sceptisch.

Mijn voorlaatste ontmoeting met Bertus dateert uit 1962 toen ik hem, al zes jaar in Nederland wonend en werkend, eens in zijn ouderlijk huis opzocht. Ik ontmoette tot mijn niet geringe verbazing een rustige jongeman die letterlijk en figuurlijk zijn wilde haren kwijt was geraakt. Zijn vader was inmiddels overleden en zijn moeder was zeer hulpbehoevend. Zelf had hij zich al bekwaamd tot opzichter bij een groot bouwconcern en hij was wederom aan een avondstudie begonnen. Tot mijn verbazing hield hij van zowel klassieke muziek als ook van het moderne genre. Zijn collectie van de “Dutch Swing College Band” (o.l.v. Peter Schilperoort) was enorm. Na een kort bezoek, waar we nog eens gebeurtenissen uit onze jeugd ophaalden, namen we afscheid, na ik dacht voorgoed. Er kwam echter nog een kort bezoek mijnerzijds in 2007. Zijn moeder was inmiddels overleden en hij liep zelf, gelijk zijn vader vroeger, op krukken. Als gepensioneerd bouwkundig ingenieur had hij zowel het huis waarin hij opgroeide alsmede nog twee andere panden gekocht. Tijdens het niet te lang durende bezoek vernam ik, dat hij doorlopend naar de pijnpoli moest omdat artrose en slijtage zijn lichaam geselden. Hij was gescheiden en had geen contact meer met zijn ex en zijn dochter.

Of Bertus nu nog in leven is zou ik niet weten. Alle familie, die mij aldaar nog restte, is inmiddels overleden. Ondanks een goede verstandhouding hebben we nooit de behoefte gehad contact met elkaar te blijven onderhouden. Wellicht is hij nu een verbitterde oude man zijn met een door ziekte en slijtage gesloopt lichaam. Bertus, ooit de kwajongen, de vechtersbaas, de dwarsligger, maar ook Bertus de doorzetter, de succesvolle vakman en de echtgenoot, die toch een bepaalde tijd alle geluk van de wereld heeft mogen ervaren. Bertus, die piekte in een periode waar anderen de midlife crisis kunnen tegenkomen. Bertus, voor wie zeer zeker niet “eind goed, al goed” zal betekenen of hebben betekend. Hij verdient, doordat ik dit verhaal opteken, mijn volle respect.

Schrijver: Günter Schulz, 5 mei 2019


Geplaatst in de categorie: maatschappij

4.0 met 2 stemmen 136



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)