Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De lolbroek en de zeiker

'Die lolbroek', zei hij.'Wat is de grap daar nu van?' Zijn vrouw haalde haar schouders op.
'Maak je niet zo druk', zei ze maar. Het antwoord dat ze altijd gaf bij dit
soort zaken. Zij kon zich nooit zo opwinden over iets, zag daar geen reden voor.
Mokkend zakte Jan in de stoel. Ze bracht hem zijn koffie. Zwart en sterk, zoals hij zelf was. Hij pakte de krant en ze wist al dat hij het komende uur geen krimp zou geven. Ze kon zeggen wat ze wilde, een antwoord kreeg ze niet.
Zijn hoofd zat nu vol met onduidelijke gedachten wist zij. Daar moest je niet bij storen, anders werd je uitgefoeterd.
Ze begon met het afruimen van de ontbijttafel. Dat vond ze altijd een lekker moment van de dag. De ochtend stond klaar om aangebroken te worden. Het moment dat ze zich het beste voelde van de hele dag. Vooral de zomerochtenden vond ze heerlijk. Dan stond ze vaak al om zes uur op, terwijl ze eigenlijk niks om handen had.
Jan lag dan nog stevig te ronken op zijn bed. Hij vond het maar onzin om zo vroeg op te staan. Hij zei altijd:
'Je hebt niks aan je lange dag. Morgen is er immers weer een dag. Je kunt wel proberen om van één leven twee levens te maken. Maar geloof me meisje, dat gaat je echt niet lukken.'
Ze vond dat Jan maar weinig uit zijn leven haalde. Hij kon zich vooral druk maken en lag tot tien uur op bed als hij dat kon. Maar zeggen zou ze dat nooit Dan was het huis te klein. Dat soort dingen wist ze nu na 36 jaar wel.
Na het afruimen kwam ze bij hem zitten. Vaak hoopte ze dat hij dan uit zichzelf ging praten. Gewoon gezellig kletsen, over het nieuws of het weer. Het maakte haar eigenlijk niet uit. Maar nooit zei hij niets. Met zijn neus bleef hij in de krant hangen. Dan kon hij zich weer opwinden over iets. Ze dronk haar koffie en keek naar het kado dat hij zojuist per post ontvangen had. Ze vond het wel een mooi ding. Het was een bruin geverfde Kruikenzeiker. Hij was geboren in Tilburg. In Suriname had hij maar drie maanden in de buik van zijn moeder gezeten. Altijd zat hij verhalen te houden over het 'domme Tilburg'. Nu had iemand het idee opgevat het ding per post te sturen. Zij wist wie het was.
'Wie verzint er nu dit soort grappen en grollen? Dit is toch niet leuk meer?'
Zo zat hij maar tegen haar te mokken. Ze zei niks.
'Degene die dit heeft gestuurd, daar wil ik nooit meer wat mee te maken hebben.
Hoe verzin je het in Godsnaam?' Tranen kwamen nu in haar ogen. Ze deed haar
handen voor haar gezicht. Hij ratelde maar door:
'Ongelofelijk dat er mensen zijn die nog dit soort achterhaalde grappen maken!'
Nu barstte ze in tranen uit. Hij schrok zichtbaar, was even verbijsterd.
Zij was altijd zijn klankbord geweest. Altijd had ze geluisterd naar zijn
geklaag. Er viel een doodse stilte. Hij keek haar aan. Ze had nog steeds haar handen voor haar ogen. Ineens begon hij te mompelen.
'Het leven is een weg van geboorte naar dood. Er zijn allerlei dingen waaraan je dood zou kunnen gaan. Maar een vrouw beminnen is de dood ontkomen. En jou beminnen is de dood willen ontkomen.' Ze keek hem aan met waterige ogen. Hij pakte het ding en zette het op de kast. Hij zei:
'We noemen hem maar Jan de Zeiker.' Ze lachte en knikte.

Schrijver: Jasper Cloosterman, 12 februari 2002


Geplaatst in de categorie: humor

1.6 met 47 stemmen 2.413



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)