Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Tuinhuis stort in. Pal voor mijn gezicht.

Merkwaardig, nu vandaag een week geleden stond ik in het portaal van de balkondeur. Twee hoog op het zuiden. Roerloos naar een windstille leegte van tuinen, huisjes, vogels, bloemen, groen, te kijken. Vooral een soort arcadische lading - in mij en de omgeving. Ik was alleen. In huis was alles uit.

Soms kan dat ook in een zo verstedelijkte omgeving als deze, een gesloten huizenblok. Met tuinen voor de beneden wonenden. Onrechtvaardig misschien - wie zal het zeggen.
Gesloten: als je boven woont heb je geen toegang tot de tuinen. Elke tuin kent een identiek stenen tuinhuis. Door Berlage zelf ontworpen?
Ik stond daar in dat portaal. Het volstrekte stilleven in mijn tot gestileerd schouwbeeld gefixeerde blik.

Harmonie, mijn eigen hofje - voor even. Heel even. De paal leek te bewegen.
Ik dacht, Jos hou je vast je wereld gaat weer schuiven.
Het was niet mijn wereld, het was de wereld:

wat beweegt hier nou?

boven op het balkon staande
sloeg ik gade het geluid van
de inzakkende schuur in de
tuin aan de overkant een

luide krak en toen een lange
doffe scheur met opschudding
fijne stofdeeltjes de zakkende
dakpunt naar mij gericht

het leek puur natuur maar Iris
van beneê die schreeuwde ‘t
huis zakt ineen help ik zei
nee het is de schuur aan de

overkant die inzakt tergend
langzaam kijk eens of de man
die er bij hoort er nog is en ja
hoor hij stak zijn neus om de

hoek en zei heel verdwaasd
niks aan de hand hoor alle buren
kwamen op balkons en zij
praatten druk en zonder orde

terwijl de schuur heel traag
tot stilstand kwam zag ik ineens
een klein vogeltje nieuwsgierig
trippelen door het puin:

een puttertje -
díe was er snel bij

jz - 27/05/2005



Curieus niet waar?
Sinds die dag liep ik voortdurend rond met een regel die door mijn hoofd zong:
"een gebouw giechelde zichzelf in puin".
Op een heel indirecte manier kwam ik achter het gedicht, de auteur.
In een droom kwam ik weer in gesprek met het nichtje van de schrijver. Moet rond 1970 geweest zijn.
Ik was terug, in een lounge van 'het' schip, en sprak weer met haar. Ze heette Yvonne, spottende blik, intelligent, ze zei: "Het was Karel".
Toen wist ik het:

SCHOONMAAK

heel voorzichtig
met haar ragebol
veegt de huisvrouw
in de oksel van het plafond

giechelend
lacht het gebouw zich in puin

Auteur: Karel Soudijn, Het Kruidenboek 1970

Ik dank u. Voor uw aandacht.

Schrijver: jos zuijderwijk, 27 mei 2005


Geplaatst in de categorie: landschap

3.7 met 12 stemmen 2.045



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
jos
Datum:
28 mei 2005
Email:
zuyde038planet.nl
Dank je, attent van je dat je me leest in de hitte.
Naam:
car
Datum:
27 mei 2005
Email:
carlayes9hotmail.com
Geweldig geschreven erg leuk om te lezen!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)