Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen over idool

Een Engelse dichteres in hart en nieren

(voor Felicia Hemans (1793 - 1835))

Jij bent geboren als Felicia Dorothea Browne op 25 september 1793 op 118 Duke Street in Liverpool, Lancashire. Jouw vader George Browne werkte voor het wijnimportbedrijf van zijn schoonvader Benedict Paul Wagner (1718 - 1806), die hij als Toscaans en keizerlijk consul in Liverpool opvolgde. Benedict was wijnimporteur op 9 Wolstenholme Square in Liverpool en Venetiaans consul. Jouw moeder was Felicity Wagner. Jij was de vierde van zes kinderen, 3 meisjes en 3 jongens, die de kindertijd overleefden. Jouw zus Harriett werkte muzikaal samen met jou. Zij bewerkte jouw volledige werken, 7 delen met memoires uit 1839. In jouw jeugd, van jouw 7-de tot jouw 16-de, woonde jij in Denbighshire, in een huisje op het terrein van Gurych Castle, nabij Abergele. In 1809 verhuisde jij naar Bronwylfa, St Asaph, Flintshire, met de St Asaph Cathedral. De schilderes Georgiana Shipley is in St Asaph geboren. Zij was een leerlinge van Sir Joshua Reynolds en bevriend met de dichteres Clotilde Tambroni. Jouw zus Elizabeth overleed rond 1807 en zij werd 18 jaar. Jouw zus Harriett Mary (1798 - 1858) trouwde met dominee T. Hughes en daarna met dominee W. Hicks Owen. Jouw oudste broer was luitenant-generaal Sir Thomas Henry (1787 - 1855). Jouw broer George Baxter zat bij de Royal Welch Fusiliers en hij werd in 1830 magistraat in Kilkenny en in 1831 hoofdcommissaris van de Ierse politie. Jouw broer Claude Scott (1795 - 1821) was assistent-commissaris-generaal in Opper-Canada.

In 1808 werden jouw eerste gedichten in Liverpool gepubliceerd, opgedragen aan de Prins van Wales George August Frederick. Hierdoor correspondeerde jij kort met Percy Bysshe Shelley. In 1808 verscheen ook 'England and Spain; or Valour and Patriotism', ter ere van jouw broer en zijn militaire dienst in de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1807 - 1814). Het gedicht wilde een einde aan de tirannie van Napoleon Bonaparte maken en langdurige vrede bewerkstelligen. Jouw broer diende onder Sir John Moore. Jouw aanstaande man, kapitein Alfred, diende ook in Spanje en in de Lage landen. In 1812 verscheen 'The Domestic Affections', wat veel over oorlog en patriottisme gaat. Op 30 juli 1812 trouwde jij met kapitein Alfred Hemans, een Ierse legerofficier, die enkele jaren ouder was. Hij was een gewonde veteraan, toen jij met hem trouwde. Met hem verhuisde jij naar Daventry in Northamptonshire, waar jullie tot 1814 bleven. In de eerste zes huwelijksjaren kregen jullie vijf zonen, o.a. op 27 augustus 1814 George Willoughby in St Asaph, die architect/ingenieur werd, en in 1817 Charles Isidore, die oudheidkundige werd. In 1816 verscheen de dichtbundel 'The Restoration of the Works of Art to Italy' en in 1817 'Modern Greece'. In 1818 ging Alfred alleen naar Rome en bleef hij voorgoed weg. In 1819 zijn Alfred en jij gescheiden. In 1819 verscheen 'Stories and historical scenes'. Jij ging met de kinderen bij jouw moeder wonen.

Jij schreef om iedereen te onderhouden. In 1823 verscheen het historische tragedie 'The Vespers of Palermo'. In 1825 verscheen 'The Forest Sanctuary' en in augustus 1826 het gedicht 'Casabianca' in 'The Monthly Magazine'. Op 11 januari 1827 overleed jouw moeder en stuurde jij de twee oudste zonen naar Alfred in Rome. Jij ging met jouw jongere zonen in een buitenwijk in Liverpool wonen. 'Casabianca' gaat over de commandant van het vlaggenschip 'Orient', Luc-Julien-Joseph Casabianca, en zijn zoon Giocante, die beiden tijdens de Slag om de Nijl (1-3 augustus 1798) omkwamen. Dit klassieke gedicht werd vanaf 1850 op de basisscholen uit het hoofd geleerd en bestudeerd. In 1828 verscheen 'Records of Woman: With Other Poems', opgedragen aan de dichteres/toneelschrijfster Mrs. Joanna Baillie. In 1828 was jij een tijd bij Sir Walter Scott in Abbotsford, Schotland. In Dublin was jij nabij jouw broers. De mensen in Liverpool vond jij dom en provinciaals. Jouw zonen waren: Arthur Wynne (1813 - 1837), George Willoughby (1814 - 1885), Claude Lewis (1815 - 1893), Henry William (1817 - 1871) en Charles Isidore (1817 - 1876). In juli 1829 bezocht jij Francis Jeffrey in Edinburgh. In de zomer van 1830 was jij met William Wordsworth in Lake Country.

In 1830 verscheen 'Songs of the Affections: With Other Poems'. Vanaf 1831 woonde jij in Dublin, wat beter voor jouw gezondheid zou zijn, maar die bleef slecht. In 1834 verscheen 'Scenes and Hymns of Life, with Other Religious Poems', opgedragen aan William Wordsworth. In 1834 verscheen ook 'National Lyrics and Songs for Music', opgedragen aan Mrs. Rose Lawrence of Wavertree Hall. Wavertree is sinds 1895 een wijk in Liverpool. Jij schreef veel met Mary Howitt en Mary Russell Mitford. Diverse, vrouwelijke personages in jouw gedichten plegen zelfdoding in plaats van de sociale, politieke en persoonlijke gevolgen van hun geschade situaties te ondergaan. Enkele voorbeelden zijn 'The Bride of the Greek Isle', 'The Sicilian Captive', 'The Last Song of Sappho' en 'Indian Woman's Death Song'.

Tijdens jouw leven werd jij zowel cultureel als persoonlijk geconfronteerd met de keuze tussen gekooide domesticatie of vrijheid van denken en meningsuiting. Jij publiceerde 24 dichtbundels. Jij werd bewonderd door o.a. William Wordsworth, Sir Walter Scott, George Eliot, Andrews Norton, Ellery Channing en George Bancroft. Lord Byron vond het okay dat jij zijn schrijfstijl overnam. Jij overleed op 16 mei 1835 in Dublin. Waarschijnlijk door een aanval van roodvonk en vervolgens door tuberculose of waterzucht. Mogelijk had jij ook reumatische koorts, hartproblemen en problemen met de bloedsomloop. Jij werd 41 jaar en jij bent in de St. Ann's Church uit 1720 op 18 Dawson Street in Dublin begraven. Jij woonde vanaf 1831 in Dawson Street.

William Wordsworth schreef een herdenkingsstrofe voor jou. Letitia Elizabeth Landon, Lydia Huntley Sigourney, die 'de Amerikaanse Hemans' werd genoemd, en Walter Savage Landor schreven herdenkingsverzen voor jou. Landor was in 1811 met Julia Thuillier getrouwd en ze woonden een tijd op Llanthony Priory in Monmouthshire. Later woonden ze in Como en daarna met hun kinderen in het Medici-paleis in Florence en in Villa Castiglione. Weer later in Villa Gherardesca in Fiesole. Ze zijn in 1835 gescheiden. Dat kwam deels door zijn oude vlam, de weduwe Sophia Jane Swift, maar Julia had ook een jongere minnaar.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
19 mei 2024


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 0



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)