Inloggen

biografie: Anne Vegter

De dichter(1958): heeft zich in vele genres geoefend. Ze debuteerde als schrijfster van kinderboeken, publiceerde een dichtbundel, een bundel pornografische verhalen en een boekje met prozaminiaturen, dat evenals de beide kinderboeken werd geïllustreerd door Geerten Ten Bosch.
Al in het proza voor kinderen bleek Vegters poëtische kracht. Uit de boeken spreekt het genot om vanuit de taal absurde situaties te laten ontstaan. De wonderlijke logica, het spel met dubbele betekenissen en grillige associaties leiden tot verhaaltjes waarin iemand zich in een kip vergist, zijn vers getrokken grimassen uitvent op straat en een graspol als vriendin heeft.
Met een mengeling van verwondering en vervreemding kijkt Vegter naar de wereld, of zoals het in een van haar gedichten staat met ‘het achterhoofd gefronst’. In haar poëzie worden alledaagse situaties – boodschappen doen, tijdelijk iemand anders huis bewonen, zwanger zijn, kinderen opvoeden – tot hilarische gebeurtenissen. ‘Hersens, dacht ik bij de bloemkool. / En met het in mijn ogen wonder in een zak wist ik / buiten niet meer precies wie ik was en waar ik woonde.’ Toch laten Vegters wonderbaarlijke voorvallen evengoed iets van ontreddering zien. Guus Middag noemde het ‘onbekommerde poëzie, van iemand die niet goed weet wat haar allemaal overkomt.’ In haar gedichten kan iemand van de trap springen en in de val op weg naar beneden haar oog laten vallen op een verjaardagskalender ‘die daar nooit erg handig heeft gehangen, meen ik. / Zo vergeet ik nog eens iemand’.
Vegters absurditeit komt voort uit haar bondige manier van schrijven, een merkwaardige, volstrekt eigen vorm van samenvatten, waarbij dat wat bekend verondersteld is weggelaten wordt, of gevangen wordt in ‘enz.’ Ze vermijdt het liefst beschrijvingen, zei ze eens. ‘Ik werk vooral met de pijlers van een idee en dan hoop je maar dat de lezers toch ervaren wat daaronder leeft aan verlangen en gloed.’ Juist in die bondigheid, in de botsingen van registers, blijkt haar gave de taal een erotische kracht mee te geven. Haar poëzie, en ook haar proza, is verleidelijk op de manier die Roland Barthes met zijn Plezier van de tekst voor ogen had.