Inloggen

biografie: Willem Elsschot

WILLEM ELSSCHOT [1882 - 1960]

Willem Elsschot werd geboren als ALFONS DE RIDDER te Antwerpen in 1882 als zoon van een bakker.  Zijn moeder kwam uit de Antwerpse Kempen en was zeer gevoelig, een eigenschap die de zoon ongetwijfeld heeft geërfd, alhoewel zijn latere carrière in de zakenwereld laat vermoeden dat het veeleer de handelsgeest van zijn vader is geweest die hem leidde. Hij studeerde te Antwerpen aan het atheneum, maar voltooide zijn middelbare studie niet. Hij verliet de school en oefende een paar jaar verschillende beroepen uit. Reeds in zijn atheneumtijd stelde hij belang in de literatuur en de Vlaamse Beweging. Met enkele vrienden richtte hij een letterkundige kring op. In het tijdschrift "Alvoorder" debuteerde Elsschot met zijn eerste gedichten die echter nooit gebundeld werden. Onder druk van zijn broer ging hij in 1901 opnieuw studeren aan de Antwerpse Handelshogeschool in de handelswetenschappen. Hij nam actief aan het studentenleven deel en componeerde verschillende studentenliederen. Na zijn studies werkte hij eerst op kantoren te Parijs, Rotterdam en Brussel, tot hij zich in 1914 vestigde te Antwerpen. Ondertussen was hij gehuwd en vader geworden van vier kinderen. Tijdens de eerste wereldoorlog was hij secretaris bij het Provinciaal Oorlogsbureau van het Nationaal Comité voor Hulp en Voeding. Na de eerste wereldoorlog startte hij een reclamebureau, dat hij leidde tot aan zijn dood.
In Parijs en Rotterdam schreef hij al gedichten die later werden gebundeld tot "Verzen van vroeger". Zijn eerste roman verschijnt in 1913 : "Villa des Roses", gevolgd door "Een ontgoocheling" in 1921 en "De Verlossing". Het zijn semi-naturalistische werken. In zijn latere werken "Lijmen" (1924), "Kaas" (1933), "Tsip" (1934), "Het been" (1938), "De leeuwentemmer" (1940), "Het tankschip" (1942), "Het dwaallicht" (1946), profileert de schrijver meestal een ik-figuur, een soort alter ego, waarvan hij de lotgevallen met een niet aflatend cynisme, soms op groteske wijze beschrijft. Het oeuvre van Elsschot, alhoewel niet omvangrijk, is een monument in de Nederlandstalige litteratuur.
Zijn pseudoniem  werd gekozen naar de toen nog woeste streek gelegen tussen Herselt en Veerle bekend onder de benaming "Elsschot".
Willem Elsschot overleed te Antwerpen in 1960. Zijn vrouw overleed één dag later. Zij werden begraven in hetzelfde graf dat zich bevindt op het kerkhof Schoonselhof te Antwerpen (zie afbeelding).

De schrijver kreeg postuum de Staatsprijs voor litteratuur. 

 Bibliografie :

* Villa des roses (1913)
* Een ontgoocheling (1921)
* De verlossing (1921)
* Lijmen (1924) "Lijmen - Het been" werd verfimd.
* Kaas (1933)
* Tsjip (1934)
* Verzen van vroeger (1934, gedichten)
* Pensioen (1937)
* Het been (1938)
* De leeuwentemmer (1940)
* Het tankschip (1942)
* Het dwaallicht (1946)
* Verzameld werd (1957)
* Vierspan (1962)
* De wijze gaat liefst onopgemerkt voorbij : citaten en ongebundelde teksten (1975)
* Zwijgen kan niet verbeterd worden : ongebundelde teksten (1979)