Inloggen

biografie: Hans Lodeizen

Johannes August Frederik Lodeizen  [Naarden 1924 - Lausanne 1950]

Hans studeerde korte tijd rechten te Leiden; hij switchte naar de studie  biologie en volgde daartoe colleges in Amherst, Massachusetts(V.S.), waar hij in aanraking kwam met de belangrijke dichter James Merrill en andere jonge talenten. Mede door zijn slechte gezondheid (hij leed aan leukemie) brak hij zijn studie af, keerde naar Europa terug en bracht de laatste maanden van zijn leven door in een Zwitsers sanatorium.

Zijn enige bij leven verschenen bundel 'Het innerlijk behang' (1949), wordt gekenmerkt door een romantisch verlangen en de ontoereikendheid ervan. Het besef van `deze wereld is niet de echte' doet wel een greep naar werelden van de droom, maar bereikbaar blijken deze niet. Deze melancholie heeft Lodeizen in een beperkt aantal motieven (tuin, haven, zee) uitgewerkt in een vrije versvorm, qua beeldspraak verwant met de vroege surrealistische poëzie van Paul Éluard.

De associaties waarmee hij leven en verlangen verbindt, zijn voor de Nederlandse poëzie omstreeks 1950 verrassend nieuw, waarbij zijn werk preludeert op de Vijftigers (de experimentele dichters als Lucebert). Zijn poëzie heeft wel iets weg van een dichterlijk dagboek, een in persoonlijke stijl geschreven verslag van een ontoereikend bestaan, dat ook nu zijn zeggingskracht en ontroering  behouden blijkt te hebben.

In 1951 werd hem postuum de Jan Campertprijs toegekend. In de  publikaties na zijn dood komen dezelde thema's en kwaliteiten naar voren, waarbij duidelijker naar voren  komt hoe hij als homoseksueel de wereld om zich heen beleefde.