Inloggen

biografie: Milan Kundera

Milan Kundera [Brno 1929 - ....] 

Na zijn middelbare studie in Brno trok Kundera in 1948 naar Praag om te gaan studeren aan de filosofische faculteit van de Karelsuniversiteit. Hij werd echter gedwongen deze studies stop te zetten. In 1952 gaf Kundera zijn job op als leraar wereldliteratuur aan de filmacademie.

In 1948 was hij lid geworden van de communistische partij. Tweemaal zou hij door die partij geroyeerd worden. De tweede keer gebeurde dat tijdens de 'normalisatie', nadat er een einde was gemaakt aan de Praagse lente. Vanwege zijn grote betrokkenheid bij die omwenteling (op het schrijverscongres in 1967 had hij de machthebbers scherp aangevallen) werd hij ontslagen en kreeg hij een publicatieverbod opgelegd. Hij moest in zijn levensonderhoud voorzien door onschuldige stukjes voor een weekblad te schrijven.

In 1953 had hij gedebuteerd met een dichtbundel. Veel opzien baarde zijn bundel Monology (1957, 'Monologen'), over de onmogelijkheid van echte liefde. De strekking was zo pessimistisch dat hij door de officiële kritiek op de vingers werd getikt. Jana Beranová, vertaalster en al in de jaren zeventig propagandiste van het werk van Kundera, publiceerde in 1987 een keuze uit deze bundel onder de titel De dood zal me omhelzen bij de jasmijn.

Na Monology nam hij afscheid van zijn 'lyrische periode'. Om zijn ideeën over de moderne mens en de moderne tijd uit te werken boden toneel en vooral proza naar zijn gevoel meer ruimte. De verhalenbundel Lachwekkende liefdes (oorspronkelijk verschenen in 1963) bevat zeven verhalen, die evenzovele ironische en speelse benaderingen van de liefde zijn. Ook uit later werk van Kundera spreekt zijn pre-occupatie met de erotiek, met het spel waarin verlangen en dominantie om de voorrang strijden. Al overheerst vaak een macho-optiek, toch blijkt ook hoe gevoelig hij is voor de vrouwelijke psyche.

In 1967, een jaar voor de Russische inval in zijn land, publiceerde hij de roman De grap, die een overweldigend succes had. Ruim 150.000 exemplaren vonden gretig aftrek. In dit verhaal over een man die na een schijnbaar nogal onschuldige politieke grap onevenredig zwaar gestraft wordt en na vijftien jaar wraak wil nemen op zijn voornaamste scherprechter, rekende hij af met het stalinisme van de jaren vijftig. Niet alleen in de maatschappij als geheel maar ook in ieders persoonlijk leven had dat diep ingesneden. De roman is opgebouwd uit zeven verhalen, elk met een eigen verteller en een andere emotionele lading, een procédé dat voor veel van zijn werk kenmerkend is.

Voordat hij in 1975 naar Frankrijk zou uitwijken, liet hij (vanwege zijn publicatieverbod noodgedwongen in het buitenland) nog de romans Het leven is elders (1970) en Afscheidswals (1973) verschijnen. Het eerste boek dat hij als 'balling' publiceerde, was Het boek van de lach en de vergetelheid (1978), door Salman Rushdie destijds de belangrijkste roman van het jaar genoemd. Realiteit en fantasie, filosofische en persoonlijke beschouwingen zijn in deze zeven prozavariaties over de tragiek van de Oost- Europese immigrant in het westen tot een ragfijn web geweven. 'Mijn roman is een polyfonie waarin verschillende verhalen elkaar verklaren, verhelderen en aanvullen. In de kern is het een verhaal over het totalitarisme, dat de mensen berooft van hun geheugen en terugwerpt in een staat van kinderlijkheid.' Dat zei Kundera in een interview met Philip Roth (The New York Times Book Review, 30 november 1980).

Met De ondraaglijke lichtheid van het bestaan (1984) maakte hij zijn faam als de schepper van de moderne filosofische roman wederom waar. Het mysterie van de liefde benadert hij in deze verfilmde roman (waarvan in het Nederlands reeds dertig drukken zijn verschenen) via de relaties tussen vier mensen, van wie er drie ontheemd zijn. Afhankelijk van ieders levensperspectief blijken gedachten en gevoelens, liefde en haat, trouw en verraad, lichtheid en zwaarte van het bestaan inwisselbaar.

'Imaginair labyrinth' en 'gecompliceerde symfonie' zijn enkele van de kenschetsen die door de critici werden gegeven aan Onsterfelijkheid. In deze oorspronkelijk in 1990 verschenen roman staat niet langer de tragedie van Midden-Europa centraal maar draait het om de gevaren die de West-Europese cultuur bedreigen. De geraffineerde structuur spoort met Kundera's visie op de roman zoals hij die in De kunst van de roman (1986) uiteengezet heeft. Alleen de roman kan het leven in alle dimensies peilen. 'De geest van de roman is de geest van de complexiteit.' In De traagheid (1995), de eerste roman die Kundera direct in het Frans schreef, stelt hij tegenover het gejaagde en vluchtige van de huidige tijd de traagheid van de Franse Verlichting in de achttiende eeuw, waarin nog wel tijd was voor genietingen.