Beweringen over taal

Nederlands - moedertaal - 150 hobby > liefhebberij, stokpaardje

Nederlands - moedertaal - 149 tool > gereedschap, handvat, hulpmiddel, instrument, werktuig

Nederlands - moedertaal - 148 Bye - tot ziens, vaarwel; vrijstelling voor een volgende ronde (bij sporten)

Nederlands - moedertaal - 147 no man’s land > niemandsland.

Nederlands - moedertaal - 146 fan > aanhanger, bewonderaar, vereerder

Nederlands - moedertaal - 145 knowhow > deskundigheid, kennis van zaken, vakkennis

Nederlands - moedertaal - 144 crowdfunding > geldvoorelkaar, publieksfinanciering, vriendengeld.

Nederlands - moedertaal - 143 That's the point > daar draait het om, dat is 't hem juist, precies!

Nederlands - moedertaal - 142 edgy > apart, baanbrekend, gedurfd, gespannen, gestrest, nerveus, origineel, scherp, vernieuwend, vindingrijk, zenuwachtig

Nederlands - moedertaal - 141 database > gegevensbank

Nederlands - moedertaal - 140 finishing touch > laatste hand, puntjes op de i, vervolmaken

Nederlands - moedertaal - 139 hot > actief, actueel, geactiveerd, gewild, heet, in, in trek, klikklaar, warm

Nederlands - moedertaal - 138 point of view > gezichtspunt, invalshoek, zienswijze

Nederlands - moedertaal - 137 fun > amusement, genoegen, leuk, lol, lollig, plezier, plezierig, pret, schik, vermaak

Nederlands - moedertaal - 136 whizzkid > computerwonder, knappe bol, toverknul, wijsneus

Nederlands - moedertaal - 135 cruise-control > rijgeleider, snelheidsregelaar

Nederlands - moedertaal - 134 bodypainting > lichaamsschildering, lijfbeschildering, lijfschildering.

Nederlands - moedertaal - 133 prime time > piektijd, toptijd

Nederlands - moedertaal - 132 evergreen > gouwe ouwe, klassieker

Nederlands - moedertaal - 131 kidneybonen > nierbonen

Nederlands - moedertaal - 130 attachment > aanhangsel, bijlage

Nederlands - moedertaal - 129 fifty-fifty > gelijk, gelijk verdeeld, half-om-half, ieder de helft, sam-sam

Nederlands - moedertaal - 128 joystick > pookje, spelpook, spelpookje, stuurstok

Nederlands - moedertaal - 127 cool > gaaf, koelbloedig, onverstoorbaar, vet

Nederlands - moedertaal - 126 up-to-date > bij, bij de tijd, bijgewerkt, eigentijds, hedendaags

Nederlands - moedertaal - 125 hype > gekte, mediagekte, mediarage, rage

Nederlands - moedertaal - 124 down > depri, gedeprimeerd, neergegaan, plat, terneergeslagen

Nederlands - moedertaal - 123 collector's item > verzamelaarsobject

Nederlands - moedertaal - 122 sex-appeal > aantrekkelijkheid, aantrekkingskracht, erotische aantrekkingskracht, uitstraling, verleidingskracht sex-appeal hebben > eromagnetisch zijn

Nederlands - moedertaal - 121 Runnen > beheren, bestieren, besturen, beunrijden, draaien, draaiende houden, drijven, erop nahouden, exploiteren, laten lopen, leiden, ritselrijden, snorren, uitbaten