Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

OVER PRECOGNITIE

Een citaat om mee te beginnen. Arthur Koestler schrijft in zijn boek “De wortels van het toeval”:

“Een soort mensen zonder ogen – zoals de burgers van Wells’ ‘Country of the Blind’ – zou stellig onze bewering dat wij in staat zijn verre voorwerpen waar te nemen zonder contact door aanraking, als occulte nonsens verwerpen – of wel verklaren dat een dergelijk vermogen, indien het werkelijk bestaat, volstrekt buiten het bereik van de fysieke causaliteit valt en buitenzintuiglijke waarneming zou moeten heten.”

Deze uitspraak van Koestler betekent: ons waarnemingsvermogen wordt bepaald door onze zintuiglijke organisatie. Dat houdt beperkingen in. Voor een wezen dat zou beschikken over meer of minder of andere zintuigen zouden de mogelijkheden om de werkelijkheid waar te nemen ook ruimer of beperkter of anders kunnen zijn dan die van ons. Wij kunnen alleen datgene waarnemen waarvoor onze zintuigen geëquipeerd zijn. Bovendien “vertaalt” ons brein de objectieve werkelijkheid voor zover die onze zintuigen prikkelt, in subjectieve beelden. Licht- en geluidsgolven, frequenties en modulaties, spectraallijnen en krachtvelden nemen wij waar als kleuren, geluiden en geuren, als mooi en lelijk, als mensen, dieren, planten en dingen.

Terug nu naar het onderwerp van deze beschouwing: precognitie oftewel helderziendheid-in-de-toekomst. Is het denkbaar dat sommige mensen over de begaafdheid beschikken om vooruit te blikken in de toekomst zoals we kunnen terugblikken in het verleden?

Om dat te onderzoeken, zouden we alles moeten uitsluiten wat wel op precognitie lijkt, maar wat is te herleiden tot telepathie – een verschijnsel dat op zichzelf al moeilijk genoeg te verklaren valt, maar terug te voeren lijkt tot contact tussen breinen onderling.
Als iemand op een ochtend bij het opstaan zegt: ik heb zo’n voorgevoel dat die of die vandaag bij ons op bezoek komt, en als dat dan blijkt uit te komen, dan zoú dat voorgevoel misschien kunnen berusten op telepathisch contact met degene die van plan is op bezoek te komen.
Als iemand bij het contact met iemand anders plotseling “voorvoelt” dat die ander binnenkort als gevolg van een ziekte zal overlijden, dan is dat mógelijk te verklaren uit het feit dat die persoon zelf weet of voelt of vreest dat hij een dodelijke ziekte onder de leden heeft.
Het woord “voorgevoel” is trouwens geen synoniem van “precognitie”. Cognitie pretendeert geen gevoel, maar kennis.
Buiten beschouwing moeten ook “voorspellingen” blijven die gebaseerd kunnen zijn op rationele extrapolatie van een bestaande situatie: wie tot president gekozen zal worden, welk land in een oorlog zal worden betrokken e.d.
Laten we ook niet vergeten dat er veel meer voorspellingen niét dan wel uitkomen, maar dat de laatstgenoemde het best worden onthouden. Dat vertekent het beeld.
Tenslotte: om voor de kwalificatie “precognitie” in aanmerking te komen, zou de beoordeling van voorspellingen aan strenge voorwaarden moeten voldoen m.b.t. o.a. de objectiviteit van waarnemers, waarneming en rapportage.

Als misleiding op die manier praktisch is uitgesloten, blijft er dan nog iets over wat de naam precognitie verdient? Dat valt op z'n minst te betwijfelen. Er bestaan geen wetenschappelijk algemeen geaccepteerde bewijzen voor. En wat minstens zo zwaar weegt is dat precognitie een paradox impliceert. Immers: precognitie veronderstelt dat de toekomst gedetermineerd is. Je kunt immers geen gebeurtenis voorzien die uiteindelijk toch niét zal plaatsvinden. Maar stel eens dat ik vandaag zou “zien” dat mijn buurman morgen daar en daar een auto-ongeluk krijgt en dat mijn buurman geloof hecht aan mijn voorspelling, dan zou hij morgen natuurlijk zijn auto laten staan. Dan verongelukt hij niet en heb ik dus een toekomstige gebeurtenis plaats zien vinden die niet zal plaatsvinden. Ik heb mijn eigen voorspelling om zeep geholpen. Dat is een soortgelijke paradox als die van de tijdreiziger die terugkeert in het verleden om zijn grootouders te vermoorden en het daarmee onmogelijk maakt dat hij ooit bestaan heeft en zijn grootouders zou hebben kunnen vermoorden.

Kortom: een gezonde argwaan lijkt mij op z’n plaats.

Schrijver: H.P. Winkelman, 13 april 2012


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.7 met 10 stemmen 486



Er zijn 3 reacties op deze inzending:

Naam:
Iris
Datum:
18 april 2012
Een bijzonder goed uitgewerkt en interessant wetenschappelijk artikel waar ik volledig mee akkoord ga. Er zijn mensen die de gave hebben tot "zien". Een verklaring is daar (bij mijn weten) nog nooit voor gevonden.
Naam:
H.P. Winkelman
Datum:
13 april 2012
@ Hendrik Klaassens dd. 13-04-2012
Dank voor je compliment. Nee, het verbaast me natuurlijk helemaal niet dat je het niet met me eens bent. Ik weet inmiddels wel ongeveer hoe je erover denkt. Maar ik waardeer het dat je de moeite neemt te reageren. Van je uitgebreidere commentaar in artikelvorm zal ik t.z.t. graag kennis nemen. Nu wat mij betreft alvast het volgende:

ad. 1: Ja, ik ken de standpunten van Koestler aardig goed en ik ben het ook wel eens met wat je schrijft over de strekking van het citaat. De uitleg die ik ervan gaf is de betekenis die ik er zelf in dit verband aan hechtte en dat had ik er duidelijker bij kunnen zeggen.

ad 2: Ik reken mijzelf niet tot de mensen die zo geheten paranormale verschijnselen over de hele linie à priori en zonder uitzondering afwijzen. Immers: “Er is meer tussen hemel en aarde, Horatio, dan waar je in jouw filosofie van dromen kunt." Maar dat neemt niet weg dat de parapsychologie een terrein is, dat zich er niet gemakkelijk toe leent om te voldoen aan de eisen op methodologisch en statistisch gebied waaraan wetenschappelijk onderzoek behoort te beantwoorden (zoals controleerbaarheid, herhaalbaarheid en falsifieerbaarheid), willen de uitkomsten ervan serieus worden genomen.
Daarom blijf ik van mening dat extra waakzaamheid hier geboden is.
Wat Tart betreft: je kunt een uitvoerige kritiek op “The end of materialism” vinden in Tijdschrift Skepter, nr. 1 van 2010: www.skepsis.nl/charlestart.html.
Ik zal me geen oordeel aanmatigen over deze beoordeling, maar als je mij vraagt of ik je één theorie of paradigma kan noemen die/dat niet wordt aangevochten, dan is mijn antwoord: er zijn wetenschappelijk algemeen geaccepteerde theorieën (over de zwaartekracht bijvoorbeeld), in ruime kring wetenschappelijk geaccepteerde theorieën (over de evolutie bijvoorbeeld) en in meer of minder ruime wetenschappelijke kring bestreden of betwijfelde theorieën (over telikinese bijvoorbeeld). Tot de laatste groep theorieën reken ik die inzake zo geheten parapsychologische verschijnselen, waaronder dus ook precognitie. En waar getwijfeld of bestreden wordt, hangt dat vrijwel altijd samen met de mate waarin de theorie te toetsen is aan genoemde wetenschappelijke eisen.
Let wel: ik heb het in het bovenstaande natuurlijk uitsluitend over wetenschappelijke beoordeling, niet over beoordeling op religieuze gronden.
Naam:
Hendrik Klaassens
Datum:
13 april 2012
Email:
klaassens38zonnet.nl
Winkelman, jouw artikel is opnieuw goed opgebouwd, helder en weloverwogen. Toch zal het je niet verbazen dat ik het inhoudelijk niet met je eens ben. :-)
Later zal ik nog reageren met een artikel, maar graag wil ik alvast twee dingen hierover zeggen.
1. Zo is die uitspraak van Arthur Koestler, die zich op oudere leeftijd o.a. bezig hield met parapsychologie, vooral bedoeld om de bekrompenheid aan te geven van mensen die paranormale verschijnselen stelselmatig afwijzen.
2. Je schrijft dat er geen wetenschappelijk algemeen geaccepteerde bewijzen voor precognitie bestaan. Hier zit een addertje onder het gras. Kun je me één theorie of paradigma noemen die nìet wordt aangevochten? In zijn boek "The end of materialism" beschrijft prof. Charles Tart dat er voldoende wetenschappelijk bewijs is voor een aantal paranormale fenomenen, w.o. precognitie. Natuurlijk wordt dat door aanhangers van een materialistisch, gereduceerd wereldbeeld aangevochten, maar dat zal niemand verbazen - ze kunnen immers niet anders.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)