Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Begaan met jonge, sociaal zwakkeren

(voor Sint Giovanni Melchiorre Bosco (1815 - 1888))

Je bent geboren op 16 augustus 1815 in Becchi, een landelijk dorp met wijngaarden en bossen, nabij Turijn en Castelnuovo d'Asti. Op je tweede overleed je vader Francesco Bosco aan een longontsteking. Hij werd slechts drieëndertig. Je moeder, Margaret Occhiena (1788 - 1856), had nog Antonio, een kind uit het eerste huwelijk van je vader met Margaretha Cagliero, en Giuseppe (1813 - 1862). Je oma Margaret Pumpkin (1752 - 1826) woonde ook bij jullie. Er heerste hongersnood en je moest meewerken, al kreeg je in de wintermaanden leeslessen, wat Antonio afgunstig maakte. Doordat hij je sloeg, werd je een knecht bij Louis en Dorothy Moglia, van februari 1827 tot november 1829. Dat was een boerengezin in de buurt. Op 26 maart 1826 deed je je eerste communie. Je wilde graag doorstuderen en priester worden en de oude priester Giovanni Calo uit Morialdo steunde je en hij bereidde je voor op je priesterschap, want hij leerde je o.a. Latijns. Hij overleed echter plotseling op eenenzeventig-jarige leeftijd aan een beroerte. Op je vijftiende begon je aan de middelbare school in Chieri en je trad op als koorddanser en goochelaar. Op je twintigste ging je naar het seminarie. In 1831 trouwde Antonio met Anna Rood. Je kreeg o.a. les van Emanuele Virano. Als leerling-priester verbleef je in het pension van Lucy Matta. Je verdiende wat bij als ober om je studie te betalen. Als acrobaat leerde je de toeschouwers ook de rozenkrans bidden. Je werd dik bevriend met Louis Comollo, die vaak mishandeld werd, maar jij verdedigde hem. Louis vergaf zijn folteraars en hij bad onophoudelijk. Hij was je grote voorbeeld. Je studeerde tot 1841 aan het seminarie in Chieri, aan de Via Vittorio Emanuele. Louis ging ook naar het seminarie, maar hij overleed op zijn twee-en-twintigste. Louis verscheen aan jou en twintig andere theologie-studenten en hij zei: 'Bosco, ik ben veilig!'. Je werd daardoor extra gemotiveerd om een zielenherder te worden. Op 26 mei 1841 werd je in de kapel van de Turijnse aartsbisschop tot priester gewijd. Je weigerde twee banen, omdat je niet rijk wilde worden. Joseph Cafasso en de theoloog Luigi Guala bestuurden een kostschool in Turijn in een voormalig klooster. Daar werd je één van de 45 priesters, die in drie jaar werden voorbereid op de actuele samenleving. Je begon de kansarme jongens aan een betere baan te helpen, want ze werkten al op jonge leeftijd in de fabrieken. Je kwam op voor schoorsteenvegers van zeven jaar, die weinig verdienden en zelfs dan nog door hun bazen bestolen werden. Je bezocht de gevangenissen, waar jongeren van twaalf tot achttien jaar beroerd werden behandeld. Na je studies aan de kostschool werkte je in een weeshuis voor 250 meisjes, om ze vooral te behoeden voor de prostitutie. Dit opvanghuis was eigendom van de markiezin di Barolo (1785 - 1864), een steenrijke weduwe, die jouw werkgeefster was en die jou twee kamers gaf om in te wonen. In die kamers begon je je sociale jongerenwerk. De markiezin gaf dagelijks honderden armen een maaltijd in haar paleis, ze bezocht de gevangenen en ze verzorgde arme zieken in hun krotten. Doordat je voor het werken met arme jongens koos, moest je het weeshuis verlaten. Toch was ze je vrouwelijke equivalent. Nadat de jonge gevangenen werden vrijgelaten, kwamen ze bij jou in de San Francesco kerk, waar ze vriendschap leerden en onderwijs en godsdienstles kregen. Er werd een orkest gevormd en men kreeg zangles. Je kreeg hulp van de jonge priesters Carpano, Bridge en Trivero. Ene Joseph Buzetti werd later zelf priester en een ware steunpilaar van de Salesiaanse orde, die jij stichtte, vernoemd naar Sint Franciscus van Sales. Je was bevriend met de prediker David Lazzaretti (1834 - 1878), die als ketter werd geëxcommuniceerd en die tijdens een processie door de politie is vermoord. In 1844 werd je directeur van het ziekenhuis in Santa Filomena. In 1846 begon je in Valdocco met je orde. In 1872 stichtte je samen met Sint Maria Domenica Mazzarello (1837 - 1881) de orde Dochters van Maria Hulp der Christenen. Je opende een parochie in Buenos Aires en een jongensschool in San Nicolas de los Arroyos. Later kwam daar een school van kunsten en ambachten bij, waar men kleermaker, timmerman en boekbinder kon worden. De Salesianen werden zendelingen in Patagonië. Je hielp arme, verwaarloosde jongens en meisjes geschoolde arbeiders worden en eerlijke christenen. Je opende opvanghuizen voor werkeloze zwerfjongeren en ex-prostituees. Je overleed op 31 januari 1888 en je bent begraven in de basiliek van Maria Hulp der Christenen in Turijn. Op 1 april 1934 ben je door paus Pius de Zesde heilig verklaard.

Schrijver: Joanan Rutgers, 11 december 2012


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 108



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)