Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Hoe een pijnstiller een pijnkiller werd

(voor Roger van de Velde (1925 - 1970))

Je bent geboren op 13 augustus 1925 in Boom aan de rivier de Rupel. Deze plaats was ooit in bezit van het oude riddergeslacht Berthout en de Heren van Grimbergen, met Wouter I Berthout als stamvader, die deel nam aan de Eerste Kruistocht. Daarna stichtte hij rond 1127 de Norbertijnse Abdij van Grimbergen, zo'n tien kilometer ten noorden van Brussel. Maar hoogstwaarschijnlijk heeft Sint-Norbertus (1080 - 1134) deze abdij zelf gesticht.

Bisschop Liethardus van het Aartsbisdom Kamerijk heeft de abdijkerk ingewijd. Aanvankelijk was het een dubbelklooster (voor mannen en vrouwen), maar dat werd in 1137 verboden. Na diverse verwoestingen is de abdij heropgebouwd, wat de leuze 'ardet nec consumitur' (zij brandt, maar wordt niet verteerd) opleverde, wat samen met een Phoenix op het bieretiket van Grimbergen staat. Sinds 1958 wordt het abdijbier Grimbergen door de brouwerij Alken-Maes gemaakt. De Grimbergen tripel is één van mijn lievelingsbieren.

Jouw vader Jan Frans van de Velde was een wijnhandelaar en jouw moeder was Maria Callaert. In 1932 overleed jouw vader. Jouw moeder hertrouwde met Louis Eykmans, een bediende op het reclamebureau van Willem Elsschot. Van 1932 tot 1939 zat je op de basisschool Broedersschool in Boom. Van september 1939 tot mei 1940 ging je naar een middelbare school in Jemappes. Als puber werd je literair-minded en via Louis maakte je kennis met jouw idool Elsschot, die jou een duurzaam schrijfadvies gaf. Van juni 1940 tot 1945 zat je op het Sint-Henricuscollege in Antwerpen.

Op 28 juni 1947 trouwde je met Rosa Verboven. Op 1 september 1947 werd jullie dochter Thérèse geboren. Op 23 maart 1950 werd jullie zoon Max geboren en op 19 mei 1951 werd jullie zoon Luc geboren.

Door diverse maagoperaties gebruikte je de pijnstiller Palfium, net zo verslavend als morfine, waar je aan verslaafd raakte. Vanaf september 1961 werd je vele malen gearresteerd en in de gevangenissen en psychiatrische instellingen opgesloten, o.a. in Antwerpen, Doornik, Merksplas en Turnhout. In 1966 debuteerde je met de verhalenbundel 'Galgenaas'. In 1967 verscheen 'De slaapkamer' en in 1969 de verhalenbundel 'De knetterende schedels'. In 1969 verscheen eveneens jouw essay 'Recht op antwoord'. Omdat jij een publicatieverbod had, mocht je geen typemachine gebruiken. Jouw verhalen werden in de slips van jouw vrouw uit de gevangenissen gesmokkeld.

Door de inzet van o.a. Hubert Lampo, Jeroen Brouwers, Walter van den Broeck en minister Vranckx kwam je op 3 april 1970 definitief vrij. In 1970 ontving je de Arkprijs van het Vrije Woord. Op 30 mei 1970 overleed je door de gevolgen van drank- en drugsgebruik, terwijl je op een caféterras in Antwerpen zat. Een overdosis palfium werd jou fataal. Je werd 45 jaar en je bent in het kerkhof Schoonselhof in Antwerpen begraven.

Een psychiater omschreef jou als 'zuivere toxicomaan, lijdend aan zware karakterstoornissen, gekenmerkt door een schizoïde teruggetrokkenheid, een affectieve armoede, een oppervlakkige en pseudo-intellectuele levensinstelling'. Jouw prozawerk is een aanklacht tegen het psychiatrie-beleid en een liefdevolle beschrijving van de verschoppelingen en zogenaamde gekken, die in de inrichtingen zitten.

Schrijver: Joanan Rutgers, 19 juli 2017


Geplaatst in de categorie: idool

5.0 met 1 stemmen 71



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)