Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Oude hap laat het afweten

Iedere voetbalclub heeft ze, regenten van de stamtafel. Ooit vedetten, alles konden ze met die bal. Al – zeggen ze – bleef het altijd bij een spelletje. Boodschap: nooit geen kapsones beide benen op de grond en simpel houden. Het is alleen de groten gegeven. Vele grote talenten zijn aan ernst kapot gegaan. Verkrampt door koppies vol faalangst.

Ga je denken je zit fout. Als je niet meer voor de lol ‘t balletje raakt dan is het gauw over. Alles lijkt zo simpel maar alleen de echt grote jongens staan er altijd. In de wei. En oude vedetten weten dat en herkennen hun eigen talenten in anderen meteen. Zij wel.

Er is er altijd minstens één aan tafel die qua presteren erboven uitsteekt. Zijn er meer die denken dat ze het waren, er ligt een gevoelig gebied. Hoewel de echte topper er zich nooit zichtbaar druk om zal maken, moet de rangorde wel duidelijk zijn.
Vast ritueel. Hij klappert met zijn open deuren voor de mindere goden van de oude hap en speelt vertwijfeld de afgewezene. Wijst vol ongeloof op zijn staat van dienst en vraagt zich publiekelijk af wie, als hij het niet meer ziet, het wel zou zien. De hele tafel beaamt dat luidruchtig en ze nemen nog een slok.

Trainersopleiding hebben ze niet gevolgd. Zoveel trainers kwamen en alleen de jongens van de praktijk hadden wat te melden. Ze waren een blauwe maandag lid van de technische keuzecommissie. Gierend hard weggelopen van de koffieleut – met kantoorklerken maak je geen opstelling. Steeds tal van voorbeelden en anecdotes van vroeger en uit binnen- en buitenland. Bij de tijd blijven ze – altijd.

Ik volgde een dergelijk fenomeen korte tijd van nabij. Wouter, een reus van een kerel en hij had voor vijf verenigingen gespeeld. Logisch ergens wel, er werd altijd aan hem getrokken. Voordeel was dat hij daarmee met zijn gezag kon aanzitten bij meer stamtafels. Dat deed hij dan ook. Nadeel was weer zijn enorme bierbuik die hij ermee opliep. Hoewel hij dat zelf niet zo zag.

Zaterdagmiddag-international was de man geweest ‘toen de zaterdag nog klassen beter was dan de zondag. Dat hielden ze buiten de pers – om het betaald voetbal op te starten.’
Feyenoord vroeg hem nog op z’n tweeëndertigste om de jonge Moulijn meer body te geven. Had-ie niet gedaan, daar voelde hij zich ook toen nog veel te goed voor.

‘Ik ben geen werkpaard. Vergeet niet’ zei hij altijd ‘dat de eigenlijke narigheid is dat ik gewoon te vroeg geboren ben. En dat het oorlog was. Met mijn snelheid, overzicht en techniek had ik hele Coen met Cor van der Gijp en Gerard Schouten nog daarbij van de mat gespeeld. Plus voor het algemeen belang, dat er eerder in Europa aan de weg was getimmerd. Cruijffie had ervan kunnen profiteren, die moest het later in zijn eentje opknappen.’

Tot zijn veertigste hoog in de KNVB gespeeld. Toen ik hem tegen kwam was hij bijna vijftig en bouwde al jaren af bij ons afdelingscluppie. Ik zestien en al senior, hing aan zijn lippen. Spelers en spelsituaties uit verre verledens kwamen tot leven bij de begenadigde verteller. Nog herinner ik me namen bij unieke bijna niet of wel doelpunten bij Ter Leede de IJsselmeervogels of Katwijk. Terwijl ik die nooit echt heb zien spelen.

In ons cluppie was alles afgestemd om hem laag over de grond in de voeten aan te spelen. Het been wilde niet meer echt omhoog. Waarna hij getruct een paar stappen deed en onnavolgbaar de tegenstanders op hun verkeerde been zette. Om loepzuiver te passen. Nog steeds draaide elke aanval om hem. Vaak zette hij me zo ineens voor de keeper. Helaas, voor goalgetter was ik niet in de wieg gelegd. Hij zei steeds appeltje eitje we zijn het ideale koppel - jij met je snelheid moet ze d’r zo in kunnen leggen.
Maar ik dacht teveel in plaats van uit te halen en werd steeds voorzichtiger, bang te missen.

De krant en de tegenstanders roemden hem tot het laatst om zijn geniaal spelinzicht. Hij stopte en ik verloor hem uit het oog.
In 1999 belde een oude bekende me op. ‘Je aangever leeft niet meer, de legende is nu dood.’
Later hoorde ik van zijn vrouw dat bij zijn begrafenis vooral familie en buren waren geweest. ‘Niks’ zei ze licht verbeten ‘was d’r van z’n ouwe hap.’

Dat blijft toch verdrietig.

Schrijver: Jos Zuijderwijk, 28 november 2009


Geplaatst in de categorie: verdriet

4.2 met 6 stemmen 389



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)