TWEE SPEURDERS
Kleine haiku-cyclus:
De hond loopt snuivend
door het veld, drukt elke bloem
tegen de grond aan.
Zijn baas volgt langzaam,
murmelt zacht, kijkt nauwlettend
naar alle grashalmen.
Man en viervoeter
zoeken almaar, verbeten.
Waar wordt op gehoopt?
Vage voetsporen;
hand en vergrootglas deinen.
Recht naar de bosrand!
Trots gegrom! Een hap!
Het been van de bange dief
wordt stevig omklemd.
Prozatekst:
Dat veld lokt zo om er al rondkijkend in heen en weer te drentelen, genietend van weide- en bloemenpracht. Maar nee, de detective en zijn hond zoeken naar vermoedelijke voetsporen, kijken als het ware naar elke vierkante centimeter beneden hen.
Ja, de man ziet hier en daar platgetrapte grassprietjes. Gauw het vergrootglas tevoorschijn halen! Die bijna vergane sporen gaan in rechte lijn door het veld, naar de rand van het bos toe.
De hond rent naar de eerste bomen, gromt en springt op de gezochte, verborgen dief af, bijt hem vasthoudend in zijn kuit. De vluchteling kan geen kant meer op.
9 oktober 2020
Geplaatst in de categorie: haiku