Liefde na het impressionisme
Zaterdag 20 augustus heb ik voor het eerst na een jaar of acht weer eens een bezoek gebracht aan het Musée d’Orsay in Parijs. Dit museum heeft een grote collectie impressionistische schilderijen en daarom had ik echt naar dit bezoek uitgekeken.
Rond mijn twintigste was ik helemaal weg van schilders als Renoir en zijn collega’s. Ik kon uren in een museum op een krukje zitten voor een schilderij om het helemaal in me op te nemen. Bepaalde schilderijen kan ik nog voor me zien alsof ze in mijn kamer hangen. Op dit moment flitste net “Een boomgaard in de lente te By” van Sisley aan mijn geestesoog voorbij. Het is al jaren geleden dat ik het voor het laatst heb gezien en daarom heb ik het even nagezocht op internet. En inderdaad: het is precies zoals ik het voor mij zag.
Maar vreemd, het is in één keer over met mijn liefde voor het impressionisme. De schilderijen vind ik nog steeds prachtig geschilderd en getuigen van enorme beheersing van het vak en grote liefde voor de kunst, maar het zegt me niet veel meer.
En toch voel ik nu weemoed, omdat ik , nu ik net die afbeelding van het schilderij van Sisley zag, voelde dat een idylle voorbij is. Niet alleen de idylle die hij schilderde, maar ook één in mij.
In oktober ga ik naar het Museum voor Moderne Kunst van de Stad Parijs om een aantal schilderijen te zien uit de collectie die mij nog helder voor de geest staan. Ik denk vooral aan werk uit de kubistische periode van Léger. Nu maar hopen dat mijn liefde daarvoor niet bekoeld blijkt. En misschien moet ik wel openstaan voor een nieuwe liefde.
Geplaatst in de categorie: kunst
Bijvoorbeeld als tiener vond ik Godfried Bomans geweldig geestig. Later kwam er een periode dat ik zijn humor gemaakt en gewild vond. Ik prefereerde Carmiggelt, die veel natuurlijker en subtieler was. Juist daardoor kon ik Godfried daarna weer fris lezen en juist nóg grappiger vinden, maar op een wat andere manier. Ik vond het nu juist weer heerlijk dat hij niét natuurlijk en subtiel was en zo zalig kon overdrijven en melig kon zijn.
(Al schrijvend zit ik te denken dat het wel eens tijd kon zijn voor een herkansing van Carmiggelt..)
Ook Monet, die ik een tijdlang wat aan de zoete kant vond, moet ik weer eens gaan bekijken.
Dus je stukje heeft mij aan het denken gezet, Jacob. Mijn oude liefdes vervagen soms, maar, net als oude soldaten, geloof ik dat ze nooit sterven.
En wat nieuwe liefdes betreft: die zijn vrij zeldzaam, maar de Harry Potterboeken sloegen bij mij werkelijk in als een bom.
En sinds ik in Friesland woon heb ik als schilders Jopie Huisman en Jan Mankes ontdekt en als schrijvers Rink van der Velde en Hylkje Goïnga.
En ook vaak het verleden in een ander licht zien.