Ontmoeting in een cafetaria
Het licht van een vroege, onverwachte zomer speelde over de wereld, toen ik haar ontmoette in de cafetaria. Voor haar zou het nooit meer zomer worden en het viel te betwijfelen of het ooit zomer was geweest in haar leven.
Ze sprak me plompverloren aan met de woorden: "Ik ben schizofreen. Ik woon in de IJskelderstraat".
Haar hamsterachtige wangen vermaalden haar voedsel en haar warrige haardos toonde in de verste verte geen sporen van een kapper. Ze vroeg me nog of ik rookte.
Had ik haar moeten zeggen: "Men zegt dat u verloren bent?"
Ik zei het niet, maar ik verklaarde: "Het beste met u".
Ze vertrok, haar gezicht maskerachtig vertrokken en kennelijk geheel verstijfd en verkrampt door medicijnen.
Geplaatst in de categorie: ziekte