Jeugdvrienden
Er waren: Wilfried, Paul, Ludo, Emil, Martien; er waren Louise en Mariet. Hoewel studenten aan onze universiteit waren we in die tijd nog kinderen, nauwelijks ontsnapt aan onze turbulente puberteit; nog maar net aangetreden in de collegebanken.
Onder het lamplicht kwamen we bijeen in de studentenparochie waar de pastor met het zilverwitte haar de leiding had.
In zijn armoedige nadagen, nadat hij, zoals men zegt, "zijn toog aan de kapstok gehangen had" zou de seks zijn alleenzaligmakende "religie" worden.
In de kamer van Mariet, in het lage gebouw, discussieerde ik, tot diep in de nacht over onduidelijke onderwerpen en studiestof van de Sociale Academie die zij frequenteerde.
Martien sloeg ik gade tijdens de wilde, rumoerige studentenfeesten. Zoende hij werkelijk zijn vriend op de mond ten overstaan van de anderen? Was hij dan toch homo? Ik verloor hem aan zijn internationale carrière en hij verdween in de mistige verten van zijn toekomst.
Louise bewoont nog altijd, meer dan vijftig jaar na dato, het kapitale pand aan de Bredaseweg. Nog één keer bezocht ze mij, de jeugdvriendin, in mijn flatje en verklaarde zich niet in staat te achten in mijn omstandigheden te leven.
En zo kende ik hen allen eens en zo vernietigde de razend voortsnellende tijd mijn vriendschappen, zo raakte ik hen allen kwijt, zo vervulden zij allen hun lotsbestemming die mij onbekend bleef en zo lijkt soms zo dichtbij wat vijftig jaar terug ligt in de tijd.....
16 april 2021
Geplaatst in de categorie: vriendschap