Inloggen

biografie: Adriaan van der Hoop

1802 - 1841

[Rotterdam 1802 - 1841]

Adriaan van der Hoop Junior was een lid en bestuurder van het Rotterdamse letterkundige genootschap ‘Verscheidenheid en Overeenstemming’. Hij schreef vele gedichten vanaf 1830 - toen hij debuteerde - die soms niet helemaal voldoen aan de eisen die men aan een te publiceren  gedicht kan stellen.

Vele daarvan zijn vaderlandse gedichten als b.v.: de Kanonneerboot, het Nationaal Congres, Aan Holland, ook met betrekking tot het verleden als De Tiendaagsche Veldtogt, Rouwklacht bij het overlijden van Neêrlands Koningin, enz. die destijds met geestdrift zijn ontvangen.

 

Van der Hoop bezong ook Columbus: de ode waarmee het dichtstuk ‘Columbus’ besloten wordt en waarin de dichter van de beschrijvende naar de lyrische toon overgaat, is als een overwegend fraai dichtwerk ontvangen.

Hij maakte ook treurspelen als ‘Johanna Shore’.

Werk:

De togt naar Tervueren (1830)
Poëzij (1830)
De bekeerde liberaal, of Het mislukt verraad (1831)
De tiendaagsche veldtocht (1831)
Hugo en Elvire (1831)
Warschau, dichterlijke krijgstafereelen (1832)
Willem Tell, Zwitsersche tafereelen (1833)
Het slot van IJsselmonde (1834)
Johanna Shore (1834)
Een uur te laat, of het verijdeld tweegevecht (1835)
Han van IJsland (1837)
Het klaverblad (1837)
De horoscoop (1838)
De renegaat (1838)
Columbus (1839)
Ziekbed-gewaarwordingen (1839)
Napoleon (1840)
Van Speyk (1840)
Lente en herfst (1842)