biografie: Antony Winkler Prins
1817 - 1908
[Voorst 1817 - Voorburg 1908)
Antony Winkler Prins studeerde natuurwetenschappen en letteren te Utrecht, daarna theologie te Amsterdam, en werd doopsgezind predikant, eerst in Tjalleberd (1841-1850), van 1850 tot 1882 te Veendam, daarna emeritus.
In zijn Utrechtse studietijd maakte hij kennis met een aantal gelijkgezinde schrijvers, onder wie J.J.L. ten Kate, die in de jaren 1842-1844 verantwoordelijk waren voor het eenmaal in de veertien dagen verschijnende satirische literaire tijdschrift `heel in rijm' Braga. Van dit blad bezorgde Winkler Prins in 1883 een nieuwe uitgave met inleiding en toelichtingen. Ofschoon hij verschillende dichtbundels schreef, leeft zijn naam vooral voort door het feit dat hij vrijwel zonder hulp van anderen de eerste grote Nederlandse Geïllustreerde encyclopaedie: woordenboek voor wetenschap en kunst, beschaving en nijverheid (16 dln., 1870-1882) samenstelde.
Werken:
De droom (1837); Durwic, de laatste bard (1839); Het steekspel op het Huis te Duyn (1843); Bemoediging in tegenspoed (1847); Aan A. de Lamartine (1848); Zwitserland (1860); Tempel- en tafelzangen (1880); Het duivelsvuur van Schiermonnikoog (1895).