biografie: Christine D haen
[Sint-Amandsberg, Gent 1923 - ....]
Christine Elodia Maria D'Haen, Vlaamse dichteres.
Christine studeerde in Gent op de middelbare school; zij legde een doctoraalexamen af in de Germaanse taalkunde in 1946 en werd lerares Engels te Brugge.
Tot 1983 was ze werkzaam bij het Gezelle-archief.
Als dichteres debuteerde zij met het verhalende gedicht ‘Abailard en Heloys’ in het tijdschrift Dietsche Warande & Belfort in 1948. Daarna publiceerde ze poëzie in het Nieuw Vlaams Tijdschrift, een reeks gedichten die aansluit bij de klassieke traditie en ook klassieke thema's benut. In een artikel onder de titel ‘Enkele principiële beschouwingen over dichtkunst’ (De Vlaamse Gids 46 (1962) 4, p. 225-237) heeft zij haar opvattingen over poëzie uiteen gezet.
De poëzie van Christine D'Haen is moeilijk plaatsbaar.
Ze neemt in feite een aparte, geïsoleerde positie in, omdat ze niet aansluit bij de actuele normen, maar bij de gehele westerse traditie: klassiek, christelijk, maar ook symbolistisch.
Haar vroege gedichten werden verzameld in Gedichten 1946-1958 (1958). Een uitgebreide keuze uit haar vroege werk en een reeks nieuwe gedichten verschenen in Onyx (1983). In 1989 volgde de bundel Mirages en in 1992 Merencolie. Haar latere werk is meer en meer geënt op bestaande teksten, soms zelfs met aantekeningen in noten voor de gebruikte citaten. Autobiografische prozafragmenten verschenen in Zwarte sneeuw (1989) en Duizend-en-drie (1992).
In 1988 verscheen haar dichterbiografie over Guido Gezelle De wonde in 't hert.
Het werk van D'Haen is veelvuldig bekroond. In 1988 ontving ze de prijs van de stad Gent. In 1991 werd haar biografie van Gezelle bekroond met de Anna Bijnsprijs. De Grote Prijs der Nederlandse Letteren werd haar toegekend in 1992.