Inloggen

biografie: Ernst Gombrich

[Wenen 1909 - Londen 2001] 

                       

 

Sir Ernst H. Gombrich is een van de invloedrijkste kunsthistorici van de twintigste eeuw geweest. Door zijn handboek ‘The Story of Art’ was hij  zeer bekend. Hij probeerde te staan  voor 'de traditionele beschaving van West-Europa'.         

 

In Wenen groeide hij op in een joods milieu. Nadat bij Von  Schlosser kunstgeschiedenis had gestudeerd, werd hij in 1935 aangesteld bij het Warburg-instituut, een befaamde cultuurwetenschappelijke bibliotheek die in Hamburg bijeen was gebracht door de bankierszoon Aby Warburg. Als joodse stichting was het instituut, na de machtsovername vdoor de nazi's, naar Londen verhuisd. Gombrich kreeg als taak de publicatie van de nagelaten papieren van Warburg voor te bereiden.

In de Tweede Wereldoorlog bleef Gombrich – hoewel een 'vijandige vreemdeling' in Engeland – gevrijwaard van detentie, omdat hij in dienst van de BBC Duitse radioberichten beluisterde en vertaalde. Hij ging er prat op degene te zijn geweest die het bericht van Hitlers dood opving en als eerste wereldkundig maakte.

Na de oorlog keerde Gombrich terug bij het Warburg-instituut, waaraan hij de rest van zijn werkzame leven, later als directeur, verbonden bleef. Hij was toen al begonnen aan het kunsthistorische handboek ‘The Story of Art’, dat sinds 1950 is verschenen in vele edities, herdrukken en vertalingen (in het Nederlands als ‘Eeuwige Schoonheid’). De toegankelijkheid ervan is misschien het gevolg van de manier waarop het tot stand kwam: Gombrich dicteerde zijn tekst door uit zijn hoofd zijn verhaal te vertellen bij een stapel reproducties.

Het boek maakte de onbekende buitenlandse wetenschapper in één klap tot een beroemd auteur. De waardering voor het populaire overzichtswerk was de aanleiding om hem een hoogleraarschap aan de universiteit van Oxford aan te bieden.

Een stroom van publicaties verscheen van Gombrich' hand. Naast ‘The Story of Art’, een vierdelige serie studies over de kunst van de Renaissance en een monumentale biografie van Aby Warburg, bundelde hij losse artikelen en lezingen over uiteenlopende onderwerpen en periodes uit de kunstgeschiedenis tot boeken die thema's aansnijden op het gebied van de kunsttheorie, de waarnemingspsychologie en, zoals in The Uses of Images (1999), de sociale functie van kunst. De onverwachte verbanden, die de auteur legt tussen zijn onderwerp en kunstwerken uit andere periodes of visuele uitingen die doorgaans niet als kunst worden aangemerkt, zijn kenmerkend.

Een van de hoofdthema's in Gombrich' werk is de afwijzing van kunsthistorische stijlperiodes als het resultaat van een 'essentie' van een bepaald tijdvak.  Gombrich zocht de verklaring in de ontwikkeling van technische mogelijkheden die de kunstenaar ten dienste staan: kunstenaars leren van hun voorgangers en maken gebruik van technische innovaties waarover ze in een bepaalde periode konden beschikken.

Ernst Gombrich had vertrouwen in de schoonheid en troost die de westerse beschaving biedt, en waarvan hij kunsthistorici als de woordvoerders beschouwde: 'Het leven zou ondraaglijk zijn zonder de troost van grote kunst’.