Inloggen

biografie: Freek de Jonge

Freek de Jonge [Eenrum 1944]

Freek is in 1944 te Eenrum, gemeente Westernieland, geboren. In zijn jeugd verhuist hij regelmatig: van Eenrum naar Workum, van Workum naar Zaandam en van Zaandam naar Goes. Op zijn elfde staat Freek voor het eerst op het podium. Op het toneel voelt hij zich thuis. Freek kan zich op school moeilijk concentreren en  blijft daarom met enige regelmaat zitten Uiteindelijk lukt het hem om in Goes de hbs af te maken.

In 1965 gaat Freek in Amsterdam studeren: eerst Culturele Antropologie en daarna probeert hij  Nederlands. Bij het Amsterdams Studenten Corps leert hij Jop Pannekoek kennen, die optredens voor Freek regelt en hem in contact brengt met Bram Vermeulen. Met Johan Gertenbach vormen ze het trio Cabariolet. Een succes zijn de voorstellingen van dit gezelschap niet. Voor het laatste optreden van Cabriolet is zo weinig aandacht dat de voorstelling wordt afgelast. Bram en Freek gaan vanaf dat moment als duo verder.

 De doorbraak komt tijdens het Cameretten Cabaretconcours te Delft. Ze eindigen als vijfde maar de belangstelling van pers en publiek is gewekt. Zij kunnen ze steeds vaker optreden en in de zomer van 1969 gaat hun eerste avondvullend programma in première: Dutch Music & Comedy Show, Neerlands Hoop in Bange Dagen.

 Met deze voorstelling geven ze het Nederlandse cabaret een nieuwe impuls. De snelheid waarop Freek zijn grappen op het publiek afvuurt is niet eerder vertoond. Een pianist die actief aan de voorstelling deelneemt, is ook nieuw. Bram en Freek laten zich voor de liedjes inspireren door de traditie van Rock & Roll, in plaats van door het Franse chanson. Het effect is overrompelend. Neerlands Hoop wordt het boegbeeld van de progressieve beweging in Nederland. Vooral ook omdat ze duidelijk stelling nemen tegen misstanden in de maatschappij en zich daarbij afzetten tegen amusement, dat nietszeggend is en problemen verdringt.

 Het bekendste voorbeeld hiervan is de actie ‘Bloed aan de Paal’ in 1978. Het Nederlands elftal bereidt zich voor om deel te nemen aan het wereldkampioenschap voetbal in Argentinië. Neerlands Hoop probeert dit te verhinderen vanwege het strenge dictatoriale regiem dat Argentinië terroriseert. Er breekt een maatschappelijke discussie los, maar het voetbal blijkt machtiger dan Neerlands Hoop. Het Nederlands elftal reist af naar Argentinië en bereikt tegen het gastland de finale. Rob Rensenbrinks bal tegen de paal vlak voor het einde van de reguliere speeltijd is legendarisch geworden.

In 1979 komt een einde aan de samenwerking tussen Bram en Freek.

In 1980 speelt Freek de Jonge in Carré zijn eerste solovoorstelling: De Komiek. Was Neerlands Hoop een breuk met de cabarettraditie, met De Komiek breekt hij door de grenzen van het genre heen. Freek zweert het losse-nummer-cabaret af en introduceert het zogenaamde ‘rode draad-spel’ in zijn voorstellingen: een verhaal dat de hele voorstelling doorloopt en waarnaar De Jonge iedere keer weer handig terug keert. De voorstellingen vanaf De Komiek tot en met De Bedevaart (1985) kunnen veeleer als toneel dan als cabaret omschreven worden.

Vanaf De Pretentie (1987) worden de voorstellingen minder hecht. De Jonge wil zichzelf niet imiteren en slaat een nieuwe weg in. De ‘rode draad’ is nog aanwezig, maar deze is niet het belangrijkste gegeven binnen de voorstelling.

Hij maakt  twee films De Illusionist (1983) en De Komediant (1986) en begint met het schrijven van romans. Zijn debuut, Zaansch Veem, verschijnt in 1987. Later volgen Neerlands bloed (1991) en Opa’s wijsvinger (1993). In 1997 bereikt hij de eerste plaats in de Nederlandse hitparade met het nummer ‘Leven na de dood’.

 In 1999 gaat De Jonge een nieuwe uitdaging aan. Hij besluit om in een jaar tijd tien voorstellingen te gaan maken onder de verzamelnaam De Grens. In deze programma’s laat Freek alle vormen van cabaret, die hij sinds 1968 heeft gemaakt, de revue passeren. Van conferences met een kritische blik op onze maatschappij tot aan flauwekul. Van parabels met mythische symboliek tot aan een musical.

Hij wordt geholpen bij zijn werk door de muzikale  Robert Jan Stips en door zijn vrouw Hella de Jonge  die vanaf het begin van zijn solocarrière grotendeels verantwoordelijkheid draagt voor decor, licht en kostuums.