Inloggen

biografie: Hector Berlioz

Hector Berlioz [Côte-Saint-André 1803 - Parijs 1869]

De eerste muzieklessen op fluit krijgt Hector van zijn vader. Op zijn twaalf schrijft hij zijn eerste melodieën en gaat hij fluit en zang studeren.

Om naar Parijs te kunnen gaan gaat hij in op de  wens van zijn ouders: hij gaat daar medicijnen studeren. Hij is echter meer te vinden in de opera dan in de collegezaal. Vooral het leven en werk van Von Gluck sprak hem aan.

Hij laat zich inschrijven aan het Conservatorium voor harmonie en orkestratie en compositie. Uit geldnood moet hij muziekles geven en in een vaudevillekoor zingen. Na een hongerstaking en een zelfmoordpoging krijgt hij van zijn vader toestemming om zich aan de muziekstudie te wijden.

In 1827 ontdekt hij Engeland en Shakespeare. Hij behaalt de "Prix de Rome" in 1830 met de cantate "Sardanapale". In 1834 trouwt hij  met de Engelse toneelactrice Harriett Smithson, van wie hij tien jaar erna scheidt; tien jaar later huwt hij de zangeres Maria Recio.

Voortdurend zit Berlioz in geldmoeilijkheden: zo componeerde hij "Harold en Italie" (een symfonie met altsolo op bestelling van Paganini) uit geldnood wegens het bankroet van Harrietts toneelgroep. Ook zijn "Requiem" brengt enige verlichting, en op een benefietconcert krijgt hij een grote som van Paganini toegestoken. Zijn volgende werk "Roméo et Juliette" draagt hij aan Paganini op.

Hij maakt kennis met de vertaling van Goethes Faust, met zijn "La Damnation de Faust" als resultaat. In Parijs kan hij niet doorbreken, hoewel zijn werken in het buitenland al een hele tijd tot het vaste repertoire behoren. Door een schitterende tournee in Rusland kan hij zijn bankroet vermijden. Hij  weet zijn naam vooral in Duitsland te gelde te maken; een korte tijd is hij operadirigent in Londen, maar door omstandigheden buiten hem om houdt dat geen stand.

Na een slepende ziekte sterft hij in Parijs in 1869.

Andere belangrijke werken naast de hierboven genoemde zijngenoemde: het "Te Deum", in opdracht van Louis Napoléon; het oratorium "L'Enfance du Christ" en de opera's "Les Troyens" en "Béatrice et Bénédict".

Interessant voor de tekening van het muzikaal klimaat van die tijd zijn zijn "Mémoires".