Inloggen

biografie: Hendrik de Vries

Hendrik de Vries [Groningen 1896 – Haren 1989]

De Vries was dichter en ook schilder, maar  heeft vooral naam gemaakt als dichter.

Er bestaat  een onmiskenbare parallel tussen het neo-expressionisme van zijn schilderijen en zijn romantisch getinte poëzie, waarvan de grondtoon stamt uit het onderbewuste. Veel van zijn inspiratie vond hij in het Spaanse landschap en de Spaanse cultuur.

Zijn copla-vertalingen zijn gaaf.

Van zijn geraffineerde poëzie zijn het bekendst de bundels Nergal (1937), Toovertuin (1946) met zijn angstaanjagende kinderverzen en de op Francisco de Goya geïnspireerde cyclus Goyescos (1971).

Hij ontving de Constantijn Huygensprijs in 1962 en de P.C. Hooftprijs (1973).

 

Zijn oeuvre omvat naast de genoemde bundels onder meer:

De nacht (1920)

Vlamrood (1922);

Lofzangen (1923);

Silenen (1928);

Spaanse volksliederen (1931);

Stormfakkels (1932);

Coplas (1935);

Geïmproviseerd bouquet (1937);

Atlantische balladen (1937);

Romantische rhapsodie (1939);

Robijnen (1944);

Slingerpaden (1945)

Distels en aloë's (1951);

Gitaarfantasieën (1955);

Groninger symphonie (1958);

Van de Iberische volkspoëzie, Iberia (1964);

Impulsen (1978);

Verzamelde gedichten (1990).

Illustratie: de echtparen De Vries (l) en Achterberg (r)