Inloggen

biografie: Herman de Coninck

Vlaams dichter en essayist (1944 - 1997). Studeerde germanistiek te Leuven. Schreef cursiefjes voor het studentenweekblad Universitas, waaruit een keuze verscheen in Lachen tot je zwart ziet (1968). Was enige tijd leraar en daarna journalist voor het weekblad Humo. Samen met Piet Piryns verzamelde hij de voor dit blad verzorgde interviews in Woe is woe in de Nedderlens (1972). Werkte voor poëzie mee aan Ruimten, De Standaard en Tirade. In 1984 werd hij hoofdredacteur van het Nieuw Wereld Tijdschrift. De Coninck behoort met zijn poëzie tot de Vlaamse neorealisten, over wie hij ook op poëticaal gebied gepubliceerd heeft. Zijn voorkeur gaat uit naar de weergave van de alledaagse werkelijkheid in spreektaal, die door isolering, subjectieve kleuring of kritisch commentaar persoonlijk geladen wordt. Zijn poëticale opvattingen spreken behalve uit zijn essays het duidelijkst uit zijn poëziedebuut De lenige liefde (1969). De bundel Zolang er sneeuw ligt (1975) is sterk bepaald door persoonlijke ervaringen, in het bijzonder de dood van zijn echtgenote. In Met een klank van hobo (1980) staat de verhouding tussen ouder worden en de kwaliteit van het bestaan centraal. De Conincks poëzie werd bekroond met de Yangprijs (1969), de Prijs van de provincie Antwerpen (1971), de Dirk Martensprijs van de stad Aalst (1976) en de Prijs van de Vlaamse provinciën (1978).