Inloggen

biografie: Jac. van Hattum

[Wommels 1900 - Amstelveen 1981]

Nederlands dichter en prozaschrijver.

Hij werkte als onderwijzer te Amsterdam. Hij behoorde met Hoornik en Den Brabander tot de  'Amsterdamse school' (Drie op één perron, 1938), die een reactie was op Forum.

Hij was een produktief dichter. Hoofdmotieven: scherpe kritiek op sociale toestanden en op de onwaarachtige burgermaatschappij, vooral in anekdotische vorm, vertederde en bittere herinnering aan zijn Friese jeugd, liefdeslyriek die afgestemd is op Leopold, gekwelde fantasie- en angstvoorstellingen. Daarnaast sprookjes en vertellingen; vaak ook met een sarcastische inslag.

Werk:

De pothoofdplant (1936)
Gedichten (1936)
Drie op één perron (1938)
Frisia non cantat (1938)
Bilzenkruid (1939)
Alleen thuis (1940)
De waterscheiding (1941)
Oxalis (1941)
Van Odrimond, Millimas en anderen (1941)
Sprookjes en vertellingen (1942, 1955)
De nagels in het vlees (1945)
Wak en water (1945)
Een zomer (1946)
Mannen en katten (1947)
Het hart aan de spijker (1954)
Tien diergedichten (1954)
Verzamelde gedichten (1954)
De liefste gast (1961)
De veertjes niet meegerekend (1965)
Vreemd aan het vandaag (1969)
Loze aren (1970)