Inloggen

biografie: Jeffry Bonnet

Zijn voorouders emigreerden in het begin van de negentiende eeuw naar Nederland vanuit Frankrijk, het Loire gebied.

Zijn opa  Jaques P. Bonnet was kunstschilder evenals diens broer Charels Bonnet, die beroemd werd om zijn prachtige natuurschilderijen die hij op Bali maakte waar hij ook woonde.

Jeffry (eigenlijk Ibrihim) groeide op in een groot gezin in Den Haag.

Na het atheneum ging hij naar de kunstacademie, maar hij maakte zijn opleiding niet af; hij volgde daarna een zangopleiding bij de academie Het Koorenhuis en kreeg privé-les van Madam Biegler.

Bij de Haagsche Komedie volgde hij dans- en acteerlessen. Toch bleef het tekenen en schildervak hem boeien en hij kreeg veel projecten in opdracht van bedrijven in en buiten Den Haag.

Zijn beroemdste werk is de Celiberty Gallerie in Den Haag, die hij in 1996 afmaakte in de Haagsche lunchroom Gamba.

Eerder in 1978 stond hij voor de televisiecamera’s voor het programma Showtime van de NCRV waar hij het chanson

'Non, je ne regrette rien' van Piaf vertolkte. Verder was hij te zien in het programma Tineke, Gaan of staan, Jordaanfestival, André van Duin revue en AVRO’s Televizierring.

Zijn doorbrak kwam in 1986 toen hij in de Soundmixshow van Hennie Huisman in de gedaante van Edith Piaf verscheen. Daarna heeft hij drie cd albums uitgebracht en is opgetreden binnen en buiten Europa.

Momenteel is hij met een hommageprogramma ter ere van Jaques Brel bezig, dat in het voorjaar van 2006 met verschillende try-outs zal worden bekrachtigd.  

Naast zijn songteksten schrijft hij ook gedichten wat resulteerde in een eerste bundel 'Gedachten op schrift' die in 1992 gepubliceerd werd. Op 19 november 2005 krijgt hij uit handen van televisiepresentatrice Paula Utondek zijn tweede album uitgereikt: “Weerspiegeling van gedachten”.

 

Wim Ibo zei over hem in een interview met het muziekblad d’Or: “De schoonheid en diepe betekenis van zijn gedichten hebben mij oprecht geraakt; ik geloof dat wij in het toekomstperspectief een kunstenaar in reflectie van expressionisme en woordelijke dichtkunst mogen verwelkomen.”