biografie: Karl Marx
Karl Marx [Trier (D) 1818 - Londen 1883]
Zijn vader was een Duitse jurist; zijn moeder was een Nederlandse. Op zeventienjarige leeftijd ging Karl aan de Universiteit van Bonn rechten studeren, maar door een tekort aan wezenlijke interesse bij hem gaf hij die studie na één jaar op en ging hij in Berlijn filosofie studeren. Daarnaast verdiepte Karl Marx zich in geschiedenis en economie. Aan de universiteit van Jena promoveerde hij tot doctor in de filosofie. Pogingen om als hoogleraar aan een universiteit benoemd te worden mislukten, omdat de Duitse universiteiten hem te vrijzinnig vonden.
In 1842 werd Marx redacteur van de Rheinische Zeitung en hield zich steeds meer bezig met economische vraagstukken, maar wegens zijn radicale opvattingen werd dit blad in 1843 verboden. In 1844 vestigde Marx zich in Parijs, waar hij redacteur werd van de Deutsch Französische Jahrbücher, waarin felle kritiek werd geleverd op de bestaande maatschappelijke orde. Door een artikel in dit blad leerde hij de zakenman Friedrich Engels uit Manchester kennen, met wie hij bevriend werd. In 1845 werd Marx gedwongen Parijs te verlaten en vestigde zich in Brussel samen met Friedrich Engels. Zij sloten zich aan bij de socialistische beweging. Samen schreven zij het Communistisch Manifest. In 1848 vertrokken Marx en Engels naar Duitsland om actief deel te nemen aan de revolutie. Dit plan mislukte en Marx werd opnieuw verbannen. Hij vestigde zich nu in Londen, waar hij de rest van zijn leven doorbracht. In 1867 verscheen de eerste druk van Das Kapital, het boek dat de grondslag vormde voor het Marxisme. Volgens de theorie van Marx veroorzaakt de invoering van machines een verlaging van de kosten van het levensonderhoud en dus van de lonen. Zoals Quesnay aannam dat de grond de enige factor is die meerwaarde oplevert, zo neemt Marx aan dat dit uitsluitend met arbeid het geval is. Volgens Karl Marx zullen de krachten in de bestaande kapitalistische maatschappij deze omvormen tot de collectivistische maatschappij. Marx onderscheidt (voorspelt) daarin de volgende vijf krachten of stadia:
1. De concentratie-wet, die stelt dat grote ondernemingen voortdurend de kleine opslokken, en hierdoor steeds grotere ondernemingen onstaan.
2. De accumulatie-wet, die veronderstelt dat kapitalisten, die de meerwaarde ontvangen, door concurrentie proberen de omvang van de ondernemingen steeds te vergroten.
3. De Verelendung, de voortdurende verslechtering van de positie van de proletarische klasse, die afhankelijk is van de kapitalisten. De armoede zal steeds schrijnender worden.
4. De crisistheorie, die wordt afgeleid uit de wet van de steeds dalende winstvoet. Het gaat de bedrijven steeds slechter, waardoor arbeiders worden ontslagen. Hierdoor ontstaat weer sociale ellende.
5. De ineenstorting (Zusammenbruch) van de kapitalistische maatschappij. De crises, aldus Marx, zullen elkaar steeds sneller opvolgen en de positie van de arbeidende klasse zal voortdurend slechter worden. De spanning tussen de klassen zal onhoudbaar worden.