Inloggen

biografie: Kees van der Hoef

De Stad-Groninger (Stadjer) Kees van der Hoef (1935) hoort bij de kunstenaarsscène van ‘Stad’ als de Martinitoren bij de Grote Markt. Hij begon in de jaren 60 als rock ’n roll-artiest, maar gaandeweg ontwikkelde hij zich tot publicist en specialist op het gebied van verdwenen plekjes in Groningen. Tientallen publicaties over de stad Groningen heeft hij verzorgd, soms in samenwerking met anderen, puttend uit zijn uitgebreide archief van historische foto’s. Zo waren de verschillende delen Groningen lens geschoten en Kijk op Oud-Groningen een groot succes.

Daarnaast publiceerde hij bundels proza en poëzie in het Nederlands onder intrigerende titels als Twee pakjes Javaanse Jongens en nog meer leed. In de jaren 90 werden o.a. de gedichten van zijn cyclus Dodentoavel opgenomen in het tijdschrift Krödde. Nederlandse versies van sommige werden later door het literair café AaBC gepubliceerd in de bundels De omgevallen boekenkast en andere poëzie en Oh, moeder, wat was ik vroeger gelukkig. De ‘Dodentoavel’ is Kees’ stamtafel in het café De Stadtlander in Groningen, waar hij nog steeds dagelijks tussen de middag spreekuur houdt.

Uit: Twee eeuwen Gronings, n golden toal Hannie Diemer en Jakob Loer.

In Boekvorm Uitgevers bv, Assen 2005, ISBN 90-77548-35-1 Bladzijde 158.