Inloggen

biografie: Neeltje Maria MIn

Neeltje Maria Min (Bergen, 1944) Vanaf haar veertiende jaar schrijft Neeltje Maria Min poezie. Toen ze negentien was werd onder het pseudoniem Sophie Perk voor het eerst een gedicht van haar gepubliceerd in de jongeren rubriek 'Dichtershoek' van het Algemeen Handelsblad. Vanaf dat moment werd haar werk geregeld geplaatst. In 1964 kwamen drie van haar gedichten in De Gids en in 1966 dertien in Maatstaf. Zij debuteerde in 1966 met 'Voor wie ik liefheb wil ik heten'. Deze veelbesproken bundel kreeg een hoop publiciteit en haalde het voor dichtbundels ongebruikelijke aantal van 20 herdrukken. Door haar vaak autobiografische en open gedichten, introduceerde zij de dichtkunst bij een nieuw publiek . Ze publiceerde hierna met grote tussenpozen nog enkele bundels en het duurde geruime tijd, tot 1985, voor haar bundel 'Een vrouw bezoeken' verscheen. Deze bundel was een duidelijk bewijs dat zij nog steeds zichzelf was en haar positie als dichter had behouden. De gedichten beschreven zowel de onvoorspelbare, liefdevolle als tragische aspekten van de relatie tussen ouders en kinderen. Haar latere bundel 'Kindsbeen', bevat grootse poezie. Volgens Arie den Berg in het NRC Handelsblad geeft Min in veertig gedichten uitdrukking aan het geluk, spanning en desillusies in de levens van het kind, ouders en grootouders. Ze doet dat in gewoonlijk strak metrische verzen maar aarzelt niet haar lezer op het verkeerde been te zetten als dat nodig is. De taal is simpel maar de uitdrukking krachtig.