Inloggen

biografie: Rudi Carrell

[Alkmaar 1934 – Bremen 2006]

Rudolf Wijbrand Kesselaars vader en grootvader van waren beiden werkzaam in de showbusiness.

Zijn vader gebruikte daarbij de naam André Carrell. Eind 1953 verving de jonge Rudolf zijn vader tijdens een feestavond voor ambtenaren in Arnhem, waarna hij werd opgenomen in diens gezelschap. Daarmee deed Carrell zijn intrede in de showbusiness. In 1955 trad hij wekelijks voor de AVRO op in het populaire  radioprogramma ‘De Bonte Dinsdagavondtrein’ en in 1959 brak hij op de televisie door met de "Rudi Carrell Show". Zijn optreden als bewoner van een onbewoond eiland met Esther Ofarim als zeemeermin is legendarisch. Met die show won Carrell in 1964 de Zilveren Roos van Montreux.

Hij viel niet in de prijzen toen hij met het in Nederland populaire liedje ‘Wat een geluk’ meedeed aan het Eurovisiesongfestival van 1960. Hij werd voorlaatste, maar hij relativeerde  met grapjes als: ‘Ik werd tweede... van onder af!’ zijn debacle.

Andere liedjes waarmee hij in Nederland populair werd waren "Een ballonnetje" en "Een muis in een molen".

De Duitse carrière van Carrell begon in 1965, toen Radio Bremen interesse toonde voor zijn werk. Na het radiowerk begon hij met de televisieshow ‘Am laufenden Band’, de Duitse versie van ‘Eén van de acht’. In de jaren zeventig werd de Rudi Carrell Show in Duitsland uitgebracht.

Begin jaren '70 speelde Carrell twee jaar in de shows van Bobbejaan Schoepen in Bobbejaanland, een trekpleister voor internationale variété-artiesten.

Daarna  keerde Carrell terug naar Duitsland, waar hij ook succes oogstte als zanger. Zo had hij in 1975 succes met het lied ‘Wann wird's mal wieder richtig Sommer?’: een vertaling van het lied ‘'t Is weer voorbij die mooie zomer’, dat in Nederland in 1973 door Gerard Cox een hit was geworden.

In februari 1987 ontstond er een rel rond Carrell. In zijn 'Rudis Tagesshow' presenteerde hij een filmpje waarin een groep geestdriftige vrouwen damesslipjes gooiden naar de Iraanse ayatollah Khomeiny. Dit filmpje werd wereldnieuws; in Teheran werd met woedende betogingen gereageerd.

Een andere rel ontstond in 2002, toen Carrell een grap maakte over de homoseksualiteit van de burgemeester van Berlijn.

Sinds 1996 produceerde hij voor RTL de show '7 Tage, 7 Köpfe', waarin hij zelf ook te zien was.

Sinds eind 2002 trad Carrell niet meer voor de camera op, maar op de achtergrond bleef hij actief.

 

In 2005 werd terminale longkanker bij hem vastgesteld. Niet onverwacht voor hem omdat hij de slechte gewoonte had meer dan 40 sigaretten per etmaal te roken. Hierdoor kreeg hij onder meer moeite met praten. Zijn indrukwekkende afscheid van de Duitse televisie op 30 december 2005 (7 Tage, 7 Köpfe), vond  plaats zonder dat hij een woord zei.

Rudi Carrell overleed  in juli 2006 aan de gevolgen van longkanker.

 

Carrell werd in 2001 in Nederland onderscheiden tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw  vanwege zijn verdiensten voor de Nederlands-Duitse betrekkingen.

In Duitsland kreeg hij al in 1985 om dezelfde reden het Bundesverdienstkreuz.

De Duitse deelstaat Nedersaksen reikte in 2005 de Münchhausenprijsuit aan Carrell.Deze prijs is bedoeld als eerbetoon aan personen of organisaties die de fantasie levendig houden.

Begin 2006 kreeg Carrell de Goldene Kamera uitgereikt voor zijn gehele oeuvre.

Deze uitreiking betekende zijn afscheid van het Duitse televisiepubliek, dat Carrell op handen had gedragen.

 

Werk:

Gib mir mein Fahrrad wieder, Wenen/München/Zürich/Innsbruck 1979

M´n fiets terug, Amsterdam 1980